Onder meer coronarellen, demonstraties en het handhaven van coronamaatregelen zorgden vorig jaar voor ruim 800.000 overuren bij de politie. Het prijskaartje hiervan: 44 miljoen euro, bevestigt de politie woensdag berichtgeving van het AD over de jaarverantwoording van de politie over 2021.
De extra inzet rondom corona was de grootste veroorzaker van overuren in 2021. Maar er speelde meer, zoals het bewaken en beveiligen van personen en gebouwen, zeker na de moordaanslag op Peter R. de Vries. Ook dat zorgde ervoor dat agenten overuren moesten draaien, aldus de politie.
Voor wat betreft de demonstraties vormden coronademonstraties een belangrijk aandeel. Ook maatschappelijke onrust op andere vlakken, bijvoorbeeld rond de woningmarkt en het klimaatbeleid, leidde tot demonstraties waarbij agenten moesten worden ingezet, geeft de politie aan.
De demonstraties waren vaak in het weekend. Agenten moesten hierdoor doordeweeks verplicht rustdagen opnemen, waardoor er voor hun normale werk weinig tijd overbleef, geeft de politie aan. Voor de inzet van de mobiele eenheid werden bijvoorbeeld onder meer wijkagenten en rechercheurs opgetrommeld, die daardoor niet hun normale werk konden doen.
De uren die agenten overwerkten, moeten voor een groot deel nog worden gecompenseerd. Volgens de politie gaat het meerdere jaren duren voordat die rekening is vereffend. Agenten kunnen de extra uren laten uitbetalen, of extra vrije uren opnemen.