De plannen van GroenLinks-PvdA zorgen ervoor dat de armoede in Nederland halveert. Er gaat meer geld naar zorg, onderwijs, openbaar vervoer en regionale voorzieningen, maar ook naar defensie en ontwikkelingssamenwerking. Ondanks die miljarden aan extra uitgaven, verbeteren de overheidsfinanciën, mede dankzij een nieuwe miljonairsbelasting die ruim 9 miljard euro oplevert.
Dat concludeert het Centraal Planbureau (CPB) na een doorrekening van het gezamenlijke verkiezingsprogramma van de linkse partijen. Daaruit blijkt ook dat de plannen van GroenLinks-PvdA relatief goed scoren op economische groei en werkgelegenheid. Vooral bij de overheid en in de zorg komen er banen bij. In de marktsector dreigt op langere termijn wel een afname, plaatst het CPB als kanttekening.
In Nederland leven naar schatting 800.000 mensen in armoede, ruim 6 procent van de totale bevolking. Dat aandeel daalt als de partijen hun plannen ten uitvoer brengen naar 3 procent. Dat komt met name door een fikse verhoging van het minimumloon. Dat gaat in 2025 naar 16 euro per uur, daarna groeit het stapsgewijs door naar 18 euro per uur in 2028. Uitkeringen als de AOW en bijstand stijgen mee.
De overheidsuitgaven gaan in de linkse plannen met bijna 20 miljard euro omhoog. Daar staat een lastenverzwaring van per saldo ruim 11 miljard euro tegenover. Die slaat vooral neer bij grootverdieners, vermogenden en de meest winstgevende bedrijven, de lasten gaan voor de meeste werkenden juist omlaag. De koopkracht stijgt met gemiddeld 2,4 procent. Lage inkomens gaan er nog veel meer op vooruit.
Hoewel de uitgaven harder stijgen dan de lasten, zorgen de plannen van GroenLinks-PvdA toch voor een verbetering van de overheidsfinanciën. Het begrotingstekort daalt naar 3 procent. Dat komt doordat de stijgende overheidsuitgaven en koopkracht een positief effect hebben op de economische groei. Dat effect is wel tijdelijk, zegt het CPB. Op langere termijn loopt het begrotingstekort weer op.