De plannen van D66 zorgen voor een bescheiden extra toename van de koopkracht voor met name de lage- en middeninkomens. De partij wil af van veel toeslagen en kindregelingen en wil in plaats daarvan de lasten voor de meeste werkenden fors verlagen. Topinkomens en grote vermogens worden in het verkiezingsprogramma van de sociaal-liberalen wel zwaarder aangeslagen. Ook gaan bedrijven meer winstbelasting betalen.
Al met al leiden deze voorstellen tot een extra plusje op de koopkracht van gemiddeld 0,6 procent. Het effect op de armoede is groter. Waar met het huidige beleid ruim 6 procent van de Nederlanders in armoede leeft, daalt dit aandeel dankzij de plannen van D66 met onder meer het minimumloon en de uitkeringen met 2,7 procentpunt.
D66 wil de overheidsuitgaven de komende jaren flink opvoeren, met dik 15 miljard euro. Behalve aan sociale zekerheid gaat dat geld op aan onder meer onderwijs, defensie en bereikbaarheid. De lasten stijgen met meer dan 17 miljard euro, waarbij vooral bedrijven het gelag betalen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de linkse partijen verhoogt D66 het lage tarief in de vennootschapsbelasting, waardoor alle bedrijven meer gaan bijdragen en niet alleen die met de hoogste winsten. Ook vervuilende activiteiten worden meer belast.
De overheidsfinanciën gaan er ook bij D66 op vooruit vergeleken met het huidige beleid. Het begrotingstekort komt in 2028 uit op 2,9 procent, ook de staatsschuld als percentage van de omvang van de economie neemt af.