Welke effecten hebben de plannen die partijen presenteren in hun verkiezingsprogramma op de economie? Bij wie groeit de ongelijkheid en welke partij laat de staatsschuld oplopen? De doorrekeningen die het Centraal Planbureau (CPB) woensdag presenteert, moeten op die vragen antwoord geven. Maar niet elke partij laat de 'rekenmeesters' haar programma doorlichten.
De doorrekening van het CPB is vooral voor veel gevestigde partijen een belangrijk onderdeel in de campagne. De partijen zelf omschrijven hun keuzes in het verkiezingsprogramma, het CPB rekent door wat het effect is van die keuzes op bijvoorbeeld de economie, de arbeidsmarkt, de armoedecijfers en de overheidsfinanciën.
De presentatie van de CPB-doorrekening is ook het moment dat partijen met een concretere invulling komen van hun plannen. Vaak stellen zij die nog bij aan de hand van wat zij terugkrijgen van het CPB, bijvoorbeeld als maatregelen anders blijken uit te pakken dan gedacht. En soms wachten partijen met het noemen van concrete cijfers totdat die ook bevestigd zijn door het CPB. Zo wordt woensdag duidelijk met hoeveel procent de VVD het minimumloon precies wil verhogen.
Maar een partij als NSC van Pieter Omtzigt, die weleens de grootste zou kunnen worden bij de verkiezingen, doet niet mee aan de doorrekeningen. Ook andere hoogvliegers in de peilingen, zoals PVV en BBB, laten de rekenmeesters van het CPB niet napluizen hoe hun verkiezingsbeloftes mogelijk uitpakken voor burgers, bedrijven en de schatkist.