Mensen in de bijstand die worden verplicht te solliciteren, komen niet altijd sneller aan een baan. Zo'n sollicitatieplicht betekent niet dat er meer mensen uit de bijstand komen, stelt het Centraal Planbureau (CPB) na de evaluatie van experimenten met de bijstand in verschillende gemeenten.
Zes gemeenten Deventer, Groningen, Nijmegen, Tilburg, Utrecht en Wageningen mochten van verantwoordelijk staatssecretaris Tamara van Ark experimenteren met de bijstand. Sommige mensen kregen veel begeleiding en verplichtingen, anderen mochten meer verdienen bovenop hun uitkering. Weer anderen kregen juist nauwelijks verplichtingen opgelegd.
Een sollicitatieplicht leidt er niet toe dat meer mensen uit de bijstand 'klimmen' en een baan krijgen. Als werklozen makkelijker wat extra's kunnen verdienen bovenop hun bijstandsuitkering en meer worden begeleid, stromen ze wel eerder door naar deeltijdbanen, concludeert het CPB.
De politiek zoekt voortdurend naar de beste manier om mensen uit de bijstand te krijgen. Over het algemeen concludeert het CPB dat het verschillende beleid niet direct tot verschillende uitkomsten leidt als het gaat om het vinden van een baan. Deze "geringe effecten doen niets af aan het doel om zo veel mogelijk bijstandsgerechtigden te helpen om mee te doen en een eigen inkomen te verdienen", reageert Van Ark op het onderzoek. Wegens de coronacrisis zal dit "de komende tijd een extra uitdaging zijn".
"Ik vind het belangrijk dat ook juist de mensen die al langer in de bijstand zitten en de afgelopen tijd weer wat meer aandacht hebben gekregen die ook blijven krijgen", aldus de bewindsvrouw. "Want aandacht helpt. Hierover blijf ik in gesprek met gemeenten, waarbij we alle inzichten die de experimenten hebben opgeleverd goed kunnen benutten."
Eind vorig jaar kondigde Van Ark aan dat alle gemeenten ervoor moeten zorgen dat bijstandsgerechtigden een 'tegenprestatie' leveren: ze moeten een studie, stage of werktraject volgen in ruil voor hun bijstandsuitkering.