Zorgminister Hugo de Jonge heeft goede hoop dat het coronavaccin van AstraZeneca snel weer kan worden gebruikt. In dat geval hoeft de pauze die zondag werd aangekondigd niet te leiden tot vertraging van de vaccinatiecampagne. Dat zegt De Jonge in het tv-programma Goedemorgen Nederland.
Het prikken met AstraZeneca is tijdelijk gestaakt omdat mensen na toediening van het vaccin te maken kregen met bloedstolsels (trombose). Aanvankelijk zag Nederland daarin geen reden tot zorg, omdat trombose heel veel voorkomt. Dan is het "niet zo gek" dat ook gevaccineerden ermee te maken krijgen, aldus De Jonge.
Maar zondag bleek het te gaan om een zeldzame vorm van trombose waarbij ook bloedingen kunnen optreden als gevolg van een verlaagd aantal bloedplaatjes. "Dat is nieuwe informatie", zegt De Jonge. Daarop is besloten toch voor twee weken te stoppen, "uit voorzorg, en om ruimte te maken voor onderzoek".
Het vaccin van AstraZeneca wordt sinds 12 februari gebruikt. Tussen de eerste en tweede prik zit twaalf weken. Als het vaccin over twee weken weer wordt vrijgegeven, kunnen de mensen die nu al een eerste prik hebben gehad, waarschijnlijk nog op tijd de tweede krijgen.
De Jonge sprak eerder de verwachting uit dat iedereen die dat wil, begin juli minstens een keer kan zijn geprikt. Hij ziet nog geen reden die hoop te laten varen. "Als we over een paar weken weer gewoon verder kunnen, en daar ga ik op zich wel van uit, dan scheelt het eigenlijk niet zo heel veel met waar we stonden."