Minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) vindt dat er nog te veel fouten gemaakt worden bij het bepalen van energielabels van gebouwen. Dat moet beter omdat de labels belangrijker worden, bijvoorbeeld voor de prijzen van huur- en koopwoningen, vindt de minister. Hij vindt dat de adviseurs die de labels afgeven scherper in de gaten gehouden moeten worden.
De Jonge heeft een rapportage over de energielabels aan de Tweede Kamer gestuurd. Daaruit blijkt dat in 2021 ongeveer 7 procent van de woningen en 8 procent van de andere, zogenoemde utiliteitsgebouwen vorig jaar een verkeerd label hebben gekregen. Het totale aantal foute opnames ligt zelfs nog hoger, maar in de helft van de gevallen is het verschil te klein om van invloed te zijn op de labels.
"Een betere energielabelklasse kan bijvoorbeeld zorgen voor een hoger puntenaantal in het Woningwaarderingstelsel wat kan leiden tot een hogere maximum huurprijs, een korting op de hypotheekrente of een hogere taxatie van de waarde van de woning bij verkoop", schrijft De Jonge aan de Kamer. Hij wil daarom "zo snel mogelijk een beduidend lager" percentage verkeerde energielabels, ook voor utiliteitsgebouwen: maximaal 5 procent.
De maatregelen die tot nu toe zijn getroffen, hebben volgens de minister niet goed genoeg gewerkt. Daarom zegt hij samen met de branche met voorstellen voor extra maatregelen te komen. Die komen er volgens hem op neer dat de adviseurs die de labels afgeven beter in de gaten gehouden worden. Zeker adviseurs die er vaak naast zitten, worden vaker gecheckt. De Jonge zegt erop te willen letten dat de maatregelen er niet toe leiden dat de labels veel duurder worden.