De zomertijd is weer ingegaan. Om 02.00 uur precies ging de klok een uur vooruit. Het werd daardoor in een keer 03.00 uur. Voor mensen die het verzetten van winter- naar zomertijd verwarrend vinden, het ezelsbruggetje luidt: vóórjaar - klok vóóruit.
Waarschijnlijk komt er op termijn overigens wel een eind aan het verzetten van de klok, dat nu elk half jaar gebeurt. Een meerderheid van het Europees Parlement wil er vanaf in 2021. De EU-lidstaten kunnen zelf bepalen of zij daarna permanent op zomer- of wintertijd overschakelen, maar het parlement heeft een uitstelclausule aangenomen om te voorkomen dat er een wirwar aan verschillende tijden ontstaat.
Door de zomertijd is het 's ochtends langer donker maar in de avond langer licht.
De zomertijd is ooit bedacht om mensen meer gebruik te laten maken van het beschikbare daglicht. Dat zou kunnen besparen op elektrische verlichting. Tegenstanders betwijfelen dat en veel mensen zeggen fysiek last te hebben van het verschuiven van de tijd: het verstoort de biologische klok.
In Nederland is sinds 1916 sprake van zomertijd al werden daarna verschillende regels gehanteerd. Van 1946 tot en met 1976 was er zelfs helemaal geen zomertijd. Sinds 1996 gaat de zomertijd in het laatste weekend van maart in en gaan we in het laatste weekeinde van oktober weer terug naar de standaardtijd. De wintertijd is eigenlijk de 'normale' tijd.