De Haagse politicus Richard de Mos is er niet over te spreken dat het Openbaar Ministerie in beroep gaat tegen de vrijspraak van hem en zijn medeverdachten. "Wij betreuren het ten zeerste dat het Openbaar Ministerie de stad Den Haag nog langer politiek wil gijzelen. Daarmee is het OM ziende blind en horende doof voor de gevoelens in de samenleving", laat de oud-wethouder weten.
De Mos werd verdacht van ambtelijke corruptie. Het OM vond dat hij bevriende ondernemers had voorgetrokken in ruil voor donaties aan de partij, en eiste daarom 22 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf en een bestuursverbod van vier jaar. De rechtbank in Rotterdam maakte echter gehakt van de aanklachten bij het vonnis zo'n twee weken geleden. "Met de beste wil van de wereld kan niet worden vastgesteld dat, en zo ja, in hoeverre, de positie van De Mos en zijn collega één op één door de partijdonaties is verbeterd", aldus de rechtbank.
Het is nog niet helemaal zeker dat de aanklagers het hoger beroep doorzetten. Ze hadden na het vonnis twee weken de tijd om een besluit te nemen. Door nu beroep aan te tekenen, blijven ze binnen die termijn. Ze hebben nu meer tijd om het vonnis te bestuderen.
De Mos is oprichter van de lokale partij Hart voor Den Haag/Groep de Mos. In 2018 kreeg die partij de meeste stemmen bij de gemeenteraadsverkiezingen in Den Haag. De Mos en partijgenoot Rachid Guernaoui werden vervolgens wethouder. Een jaar later viel de Rijksrecherche hun kantoren op het stadhuis en hun woningen binnen. Hun partij werd uit de lokale coalitie gezet. Bij de gemeenteraadsverkiezingen vorig jaar bleef Hart voor Den Haag de grootste partij in de hofstad, maar andere partijen wilden vanwege de verdenkingen niet met De Mos en zijn partij in een college.
De inhoudelijke behandeling van de zaak startte begin dit jaar, meer dan drie jaar na de doorzoekingen. De Mos zegt dat Den Haag na de vrijspraak juist "opgelucht ademhaalde na 3,5 jaar het zwaard van Damocles boven het hoofd gehad te hebben, waarbij de gemeenteraad zwaar gepolariseerd is en de grootste partij is uitgesloten van coalitiedeelname". Na de vrijspraak riep De Mos de andere partijen op om zijn fractie weer te laten deelnemen aan de coalitie.