'Van Hout wees naar Klepper en Mieremet'

09 apr 2018, 12:46 Landelijk
de vries vertelt over band met cor van hout
Heinekenontvoerder Cor van Hout was ervan overtuigd dat het gewelddadige misdaadduo Sam Klepper en John Mieremet in 1996 achter de eerste aanslag op zijn leven zat. Dat zei misdaadverslaggever Peter R. de Vries maandag tijdens zijn getuigenverhoor in het proces tegen Willem Holleeder.
Volgens De Vries verdacht Van Hout Mieremet ook van de tweede aanslag op zijn leven. Die was in 2000, kort nadat diens maatje Sam Klepper was doodgeschoten. Anders dan bij de eerste aanslag was Van Hout er toen wel zeker van dat Holleeder ,,erbij betrokken was, ervan wist, het had gefaciliteerd", aldus De Vries. De uiteindelijke moord op Cor van Hout in 2003 is een van de liquidaties waarvan Holleeder wordt verdacht.
De Vries getuigt niet vanuit een afgeschermde getuigencabine, zoals Astrid en Sonja Holleeder en Sandra den Hartog eerder wel deden. Hij zit in de zaal, recht tegenover de rechtbank, met 'de Neus' een paar meter schuin achter zich.
Op vragen van Holleeders advocaat Sander Janssen deed de misdaadverslaggever in het eerste deel van de ondervraging uitvoerig uit de doeken hoe tussen hem en Van Hout na de geruchtmakende ontvoering van Alfred Heineken langzaam maar zeker een steeds inniger band ontstond, die bleef bestaan toen Van Hout in de cel belandde.
Volgens De Vries speelde vooral het boek dat hij over de Heinekenontvoering schreef daarbij een rol. ,,Toen ik Cor voor het boek interviewde, was hij nog niet berecht, maar legde hij bij mij al een volledige bekentenis af." Ondanks de goede band ,,waren er ook zaken waarover hij niet sprak en waarnaar ik niet vroeg". Zo wist De Vries niets van de handel en wandel van Van Hout in de drugswereld, zei hij.
Volgens De Vries nam Holleeder ten opzichte van Van Hout steevast ,,een ondergeschikte positie" in. Hun relatie bekoelde nadat Holleeder na de aanslag op Van Hout een miljoen gulden aan Klepper en Mieremet had betaald om - zoals hij het zelf betitelde - ,,een bloedbad" af te wenden. Volgens De Vries was Van Hout daar ,,goed nijdig" over. ,,Hij vond hem een angsthaas, een overloper, die met geld zijn eigen hachje probeerde te redden."