Op dit moment zitten er naar schatting 21.000 kinderen thuis op de bank, omdat ze niet passen binnen de kaders van ons onderwijssysteem. Hiervan is een derde hoogbegaafd. Marion Breij en zoon Luc (12), een jongen met veel potentieel en een IQ van boven de 130 was zo’n thuiszitter. Inmiddels is hij uit een diepe put gekomen en staat hij aan de vooravond van een start op zijn droomschool: een reguliere middelbare school op het niveau dat bij hem past. “Ik wil ouders een hart onder de riem steken en laten zien wat er mogelijk is.”
Luc’s verhaal is een schoolvoorbeeld van doorzettingsvermogen, out of the box denken, maatwerk en samenwerking. Op de kleuterschool begon het al. Luc zat veel uit het raam te kijken en te kletsen. Als er een toets gemaakt moest worden, werd er altijd verwacht dat hij geen goed resultaat zou hebben. Hij had echter altijd de hoogste score. “Luc moet uitgedaagd blijven en geprikkeld worden, anders gaat hij grappen maken en klieren. Net als zijn oudere broer, die ook hoogbegaafd is.” Door een combinatie van een heftige periode thuis en zijn hoogbegaafdheid liep Luc vast. Zijn school kon niets voor hem betekenen. Luc kwam thuis te zitten toen hij 10 jaar oud was.
“De school raadde me aan om Luc Ritalin te geven”
Marion ging op zoek naar passend onderwijs en zo kwam Luc voor een observatieperiode bij het speciaal onderwijs terecht. “Luc ging hartstikke goed, maar door regelgeving mocht hij daar niet blijven. Hoogbegaafd en getraumatiseerd zijn, is geen diagnose voor speciaal onderwijs. Na een jaar moest hij van deze school af, terwijl Luc helemaal niet weg wilde. Regulier onderwijs wilde hem niet terugnemen. Luc kon naar groep zeven op een andere school voor speciaal onderwijs.” Daar ging het de eerste week meteen mis. Luc liet druk gedrag zien, want hij vond dat hij dom werk moest doen. De lessen waren ver beneden zijn niveau. Marion werd aangeraden om hem Ritalin te geven, omdat hij zo druk was. Hij zou de dag makkelijker doorkomen als hij zich meer confirmeerde aan de verwachtingen van de school. “Omdat er binnen het onderwijs en de hulpverlening te weinig kennis aanwezig is over hoogbegaafdheid kunnen algemene kenmerken van hoogbegaafdheid ten onrechte worden geïnterpreteerd als kenmerken van een stoornis. Daardoor krijgt het kind niet de begeleiding die het verdient. Ik weigerde om Luc Ritalin te geven. De echte oorzaak van de gekende symptomen werd namelijk over het hoofd gezien. Luc kwam negen weken thuis te zitten. Hij voelde zich doodongelukkig en zag het leven niet meer zitten.”
De maatschappelijk werkster van school had tegen Marion gezegd om eens navraag te doen bij deDNKRS, een expertisecentrum voor hoogbegaafdheid. Na veel gesprekken met onder andere het Samenwerkingsverband Onderwijs lukt het Marion om een traject te starten met deDNKRS en
LEREN & ZO, een leerpraktijk in Amsterdam, waardoor Luc weer vier dagen per week passend onderwijs krijgt. “Luc is blij dat hij weer een zinvolle invulling van de dag heeft. Naast educatie met ontwikkelingsgelijken krijgt hij individuele begeleiding en training voor zijn intense en vaak aanwezige gedrag. Hij werkt hard en in drie maanden tijd zet hij grote stappen. Hij geeft aan dat hij niet meer naar het speciaal onderwijs wil.”
“We maken van kinderen cijferjunkies”
Marianne van Gelder, schrijfster van het boek HoogbeGAAFd LEVEN! en werkzaam bij deDNKRS zegt dat er nog te weinig kennis en herkenning van hoogbegaafdheid is. “Als je kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong niet herkent, kan je ze ook nooit gaan erkennen en zien wat ze nodig hebben. Daar zit het basisprobleem. Een kind is van nature nieuwsgierig, maar dit wordt gestopt op school. We kijken niet naar wat een kind nodig heeft, maar zijn bezig met hoe we de grote klassen in het gareel kunnen houden. We maken cijferjunkies van ze in plaats van ze intern te motiveren dat ze willen leren, dat leren ook leuk is en dat ze nieuwsgierig blijven. Alle kinderen hebben dit nodig, maar hoogbegaafden al helemaal.”
Na het drie maanden traject heeft Marion gesprekken met de zorgregisseur van haar gemeente en na veel doorzettingsvermogen lukt het haar om een vervolgtraject gefinancierd te krijgen voor Luc. Hij zit nu in groep acht en heeft drie dagen in de week speciaal onderwijs en twee dagen in de week zit hij bij deDNKRS en bij LEREN & ZO. “Dit alles is mogelijk geweest door een prachtige samenwerking met Luc zelf, onderwijsondersteunende diensten en mijn eigen actieve rol. Daar waar het reguliere onderwijs niet voldoet, bieden onderwijsondersteunende diensten, ook wel het schaduwonderwijs, uitkomst. Er zou veel meer samengewerkt mogen worden met dit schaduwonderwijs. Ga niet als ouders op de bank zitten met je kind, maar blijf in gesprek. We moeten investeren in deze kinderen, want anders vallen ze buiten de boot. We moeten hun kwaliteiten (h)erkennen en optimaal benutten. Ook hoogbegaafde kinderen zijn de toekomst.”
En hoe is het nu met Luc? “Het gaat heel goed met hem. Hij gaat na de zomervakantie naar een reguliere middelbare school. Marianne van Gelder: “Ik heb Luc zien veranderen van een jongetje wat alleen maar boos en lastig was naar een vrolijk en enthousiast kind. Hij gaat nu naar het VWO. Hij heeft dit zelf voor elkaar gekregen. Als we deze kinderen wat anders gaan aanbieden, hoeven ze niet thuis op de bank te zitten. Het is schrijnend dat er momenteel kinderen van zes jaar oud thuis zitten.”