De aanwezigen die waren uitgenodigd om op het Catshuis te komen praten over de Nederlandse excuses voor het slavernijverleden, zijn blij met de manier waarop het gesprek tot stand is gekomen. "Er is met respect gesproken", zegt de Curaçaose acteur Roland Colastica. Vooraf was de kritiek dat het kabinet te weinig naar betrokkenen had geluisterd.
Premier Mark Rutte, ministers en staatssecretarissen spraken ruim vier uur met elkaar in de officiële ambtswoning van de minister-president. Er waren mensen uitgenodigd uit Nederland, Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Suriname die vanuit diverse achtergronden betrokken zijn bij de discussie over de nasleep van de slavernij.
"Ik heb me voor het eerst echt gehoord gevoeld", zei Mercedes Zandwijken, oprichter van de Keti Koti Dialoog Tafel. Ze vindt het goed dat het kabinet heeft laten zien over de excuses in gesprek te willen "met de gemeenschappen die het betreft."
Machiel Keestra, mede-oprichter van diezelfde stichting, denkt dat de aanwezigen het kabinet duidelijk hebben gemaakt dat er op 19 december niet overhaast excuses gemaakt moeten worden. "Als in dit gezelschap al consensus is dat de excuses dan onaanvaardbaar zijn, dan moeten we dat niet doen."
Rene Violenus, de gevolmachtigd minister van Sint Maarten, spreekt van een "goed gesprek" en is naar eigen zeggen "hoopvol over de toekomst". Hij zei dat het Nederlandse kabinet heeft laten zien open te staan voor suggesties.
Volgens Linda Nooitmeer, voorzitter van het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee), was het noodzakelijk dat er een goed gesprek gevoerd zou worden. "Er was wel onrust en dat was jammer. Dat komt natuurlijk ook omdat heel veel gelekt is." Rutte noemde de lekken over de voornemens van het kabinet zelf ook "ergerlijk".
Nooitmeer zegt dat de aanwezigen het erover eens waren dat het belangrijk is om "de gemeenschappen mee te nemen, de gemeenschappen van mensen met Afrikaanse roots", omdat het daar uiteindelijk om draait. Volgens haar kan daar vanaf nu mee begonnen worden.
Nationaal Coördinator tegen Racisme en Discriminatie Rabin Baldewsingh spreekt van een "eerlijk, open en constructief" gesprek. "Ik denk dat het kabinet hier wel dingen heeft gehoord waar ze mee verder kunnen." Volgens Baldewsingh zijn er geen concrete toezeggingen gedaan. "Maar mijn verwachting is wel dat de excuses de 19de zullen komen." De coördinator vindt nog steeds dat de koning als staatshoofd excuses moet maken. "De proclamatie voor de afschaffing van de slavernij is immers ook door de koning uitgeroepen."
Eind november lekte uit dat het kabinet van plan is om op 19 december excuses aan te bieden voor de slavernij, in aanloop naar een herdenkingsjaar. Dat leidde tot verbazing en frustratie bij verscheidene politici, activisten, organisaties en anderen die daar meer bij betrokken hadden willen worden. Op 1 juli is het precies 160 jaar geleden dat de slavernij officieel werd afgeschaft en 150 jaar geleden dat er ook in de praktijk een einde aan kwam. Om die reden is die datum voor velen van groot symbolisch belang.