Minister Sander Dekker voor Rechtsbescherming kan begrijpen dat mensen verbaasd zijn dat een neef van Ridouan Taghi hem "min of meer ongestoord" kon bezoeken. Dekker zegt dat in een Kamerbrief in reactie op de aanhouding van de neef, die ook de advocaat van Taghi is.
De neef wordt verdacht van deelname aan een criminele organisatie. Taghi is de hoofdverdachte in het liquidatieproces Marengo.
Onder het huidige systeem hebben advocaten speciale privileges en mogen zij bijvoorbeeld vrij contact hebben met hun cliënten. Wat zij tegen elkaar zeggen mag niet bij derden terechtkomen. Dekker zegt te willen onderzoeken of wet- en regelgeving aangepast moeten worden om misbruik hiervan door criminele organisaties tegen te gaan.
Door het contact met zijn neef zou Taghi ongehinderd hebben kunnen communiceren met de buitenwereld en zo zou Taghi zijn criminele activiteiten kunnen voortzetten. Dekker zegt zich zorgen te maken over hoe de georganiseerde criminaliteit misbruik maakt van bijvoorbeeld het grondbeginsel van vertrouwelijk communiceren tussen advocaat en cliënt. Dekker wil dit soort beginselen niet schenden, maar wil wel betere aanpak van eventueel misbruik mogelijk maken.
Taghi werd in december 2019 in Dubai opgepakt en naar Nederland overgebracht. Sindsdien zit hij vast in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in Vught. Uit onderschepte communicatie tussen Taghi en zijn neef leidt het OM af dat Taghi waarschijnlijk bezig was een gewelddadige uitbraak te organiseren.