Demissionair kabinet grijpt in om opbrengsten spaartaks te redden

19 sep 2023, 15:52 Landelijk
demissionair kabinet grijpt in om opbrengsten spaartaks te redden
ANP

Het demissionaire kabinet grijpt in bij de belasting op het rendement op vermogen, in de volksmond ook wel spaartaks genoemd, om te voorkomen dat die de komende jaren te weinig oplevert voor de staatskas. Dat staat in het Belastingplan dat op Prinsjesdag is gepresenteerd.

Als gevolg van een aantal rechterlijke uitspraken heeft het kabinet de zogeheten box 3-heffing moeten aanpassen. Jarenlang werd belasting geïnd op basis van een verondersteld rendement dat met name voor mensen met alleen spaargeld door de zeer lage rente in de praktijk helemaal niet haalbaar was.

Er wordt nog gewerkt aan een nieuw stelsel waarbij zoveel mogelijk het daadwerkelijk behaalde rendement wordt gebruikt als heffingsgrondslag. Maar dat is op zijn vroegst in 2027 klaar. Daardoor dreigde de schatkist jaarlijks honderden miljoenen aan belastingopbrengsten mis te lopen.

Om dat te voorkomen wordt het deel van het vermogen waarover geen belasting verschuldigd is, volgend gelijk gehouden op 57.000 euro (of 114.000 euro voor stellen die elkaars fiscale partner zijn). Normaal gesproken zou dat bedrag meestijgen met de inflatie. Ook wordt het belastingtarief in box 3 al volgend jaar opgetrokken van 32 naar 34 procent, in plaats van een jaar later.

Het Register Belastingadviseurs waarschuwde dinsdag dat een recent advies aan de Hoge Raad over de spaartaks ook nog grote financiële gevolgen kan hebben voor de overheidsfinanciën. "Er wordt gevreesd dat de Rijksbegroting over de periode 2024-2026 een jaarlijks gat van 4,5 miljard euro zal moeten verwerken als de Hoge Raad dit advies overneemt", aldus de beroepsvereniging van fiscalisten.

De advocaat-generaal, een belangrijke adviseur van de Hoge Raad, stelde namelijk dat de door de overheid op touw gezette hersteloperatie voor de vermogensrendementsheffing in box 3 voor beleggers nog steeds niet voldoet. De gekozen weg zou in strijd zijn met het discriminatieverbod en het eigendomsrecht, omdat er voor beleggingen nog steeds wordt gewerkt met een aanname van het rendement en niet met het werkelijke rendement. Dit noemde de advocaat-generaal "juridisch een onbegaanbare weg". De Hoge Raad zal naar verwachting over zes maanden uitspraak doen.