De rechtbank in Utrecht begint donderdag aan de derde dag van het strafproces tegen Gökmen T. Op het programma staat onder meer het requisitoir van het Openbaar Ministerie, dat in de loop van de dag uitmondt in de strafeis tegen de 38-jarige Utrechter.
T. heeft bekend op 18 maart vorig jaar in en bij een tram op het 24 Oktoberplein in zijn woonplaats het vuur te hebben geopend op medepassagiers en omstanders. Vier mensen kwamen om en er vielen meerdere gewonden. Het OM ziet de aanslag als een terreurdaad.
De eerste twee dagen van het proces tegen T. verliepen tumultueus. Maandag zette de voorzitter van de rechtbank T. de zaal uit nadat de Utrechter zijn eigen advocaat had bespuugd. Dinsdag liet hij hem opnieuw verwijderen. Dat gebeurde nadat T. luidruchtig en provocerend had gereageerd op de slachtofferverklaring van een van de trampassagiers, die de aanslag ternauwernood had overleefd. Toen de jonge vrouw zich emotioneel tot hem wendde en zei: "Gökmen, je hebt me niet verslagen", riep hij "Jammer, jammer!".
Het waren de eerste woorden die T. in de rechtszaal sprak. Wel glimlachte hij regelmatig als slachtoffers en nabestaanden vertelden over hun angst en verdriet en stak hij op de eerste dag van de strafzaak zijn middelvinger op naar de voorzitter van de rechtbank. Volgens deskundigen is T. verminderd toerekeningsvatbaar. Zij hebben tbs geadviseerd.