Een zogenoemde derdelander uit Oekraïne die zijn recht op bescherming maandag dreigde kwijt te raken, mag voorlopig in de opvang blijven. Hij had een zaak bij de rechtbank in Rotterdam verloren en is in beroep gegaan bij de Raad van State. Tot de hoogste rechter daar uitspraak over heeft gedaan, moet hij opvang blijven krijgen. Dat heeft de Raad van State vrijdagavond laat bepaald in een spoeduitspraak.
De uitspraak geldt in principe alleen voor deze man, "maar is wel richtinggevend. Ieder ander die nu bij ons zou komen zou eenzelfde uitspraak krijgen", laat een woordvoerder van de Raad van State weten.
De zaak was aangespannen door een man uit Tanzania. Hij woonde vorig jaar met een tijdelijke verblijfsvergunning in Oekraïne toen Rusland dat land binnenviel. Hij vluchtte naar Nederland en kreeg hier dezelfde bescherming als Oekraïners. Het kabinet wil dat dit maandag stopt. De derdelanders dreigen dan de opvang te moeten verlaten en op straat te belanden. Ze mogen dan ook niet meer werken en krijgen geen leefgeld meer. Ze moeten dan asiel of een studievisum aanvragen, en anders Nederland binnen 28 dagen verlaten.
De rechtbank in Rotterdam stelde de Staat eerder in het gelijk. De overheid had het recht om de bescherming te stoppen. De man is daartegen in beroep gegaan, maar dat schortte het einde van de bescherming niet op. De Raad van State heeft daar in elk geval een stokje voor gestoken. In afwachting van een uitspraak blijft hij bescherming krijgen. "Ook betekent dit dat hij komende maandag de opvang niet hoeft te verlaten."
Het is niet bekend wanneer de Raad van State uitspraak doet over de status van de Tanzaniaan uit Oekraïne. De hoogste rechter verwacht op zijn vroegst in november uitspraak te doen.
In de afgelopen dagen hebben meerdere rechters vonnis gewezen over de positie van derdelanders. Die uitspraken lijken elkaar tegen te spreken. Sommige rechters vinden dat Nederland de bescherming wel mag stoppen, terwijl collega's in vergelijkbare zaken juist vinden dat alleen Europa daar een besluit over mag nemen. De Raad van State wijst daar ook naar en ziet "uiteenlopende uitkomsten, met verschillende juridische argumentaties".
Vanwege de onduidelijkheid hebben meerdere gemeenten besloten dat de derdelanders voorlopig in de opvang mogen blijven, ondanks de richtlijn van het kabinet. De gemeenten willen eerst weten wat ze wel en niet mogen doen. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten adviseert gemeenten die twijfelen ook om voorlopig opvang te blijven bieden.
Het is de eerste keer dat de Raad van State zich uitspreekt over de positie van derdelanders. Lagere rechters hebben in de afgelopen dagen ook bepaald dat vluchtelingen voorlopig in de opvang moeten blijven in afwachting van een uitspraak over hun status.