DNA-deskundige Ate Kloosterman is verbaasd dat er in de zaak rond Jos B. geen activiteitenonderzoek is gedaan. Kloosterman zei dat woensdagmiddag tijdens een zitting voor het gerechtshof in Den Bosch. De 59-jarige B. staat daar terecht op verdenking van het doden, misbruiken en ontvoeren van de 11-jarige Nicky Verstappen in 1998.
Kloosterman was opgeroepen door advocaat Gerald Roethof van Jos B., maar kon de raadsman niet aan ontlastend materiaal helpen. Roethof had een lijstje van 33 vragen opgesteld voor Kloosterman. De advocaat probeerde te reconstrueren dat DNA van zijn cliënt op de onderbroek van Nicky niet bewijst dat B. met zijn hand in de onderbroek heeft gezeten en hem seksueel misbruikt heeft.
Maar Kloosterman hield die boot af. "Ik heb die onderbroek niet meer voor ogen. Hier schiet mijn kennis tekort", zei hij in antwoord op een vraag van Roethof. Ook achtte Kloosterman de kans '"heel klein" dat DNA tijdens het forensisch onderzoek door verspreiding of contaminatie in de onderbroek terecht was gekomen.
Toen de raadsman meermaals bot ving, wilde hij enkele eerder opgestelde vragen overslaan, maar dat pikte de advocaat generaal niet. Deze stelde de overgeslagen vragen alsnog. Een van die vragen was of DNA ook bij kort contact zou kunnen worden overgedragen. Maar volgens Kloosterman kan dat alleen bij langdurig en intensief contact.
Op de valreep verklaarde Kloosterman nog: "Wat ik niet begrijp is dat in deze zaak geen activiteitsonderzoek is gedaan en waarom dat niet is onderzocht door het Openbaar Ministerie." Kloosterman doelde erop dat het OM geen onderzoek heeft gedaan naar hoe het DNA in de onderbroek van Nicky terecht is gekomen.
Later woensdag mogen het OM en de verdediging nog op elkaar reageren en als laatste krijgt Limburger B. het woord. Het is nog niet duidelijk wanneer het hof uitspraak doet.
Het Openbaar Ministerie heeft maandag twintig jaar cel geëist tegen B. De rechtbank in Maastricht veroordeelde B. vorig jaar tot een celstraf van 12,5 jaar.
De Limburger ontkent iets met de dood van Nicky te maken te hebben. Hij heeft toegegeven dat hij de jongen had gevonden, maar die was toen volgens B. al overleden. Uit angst - B. heeft een zedenverleden - had hij naar eigen zeggen de vondst nooit durven melden.