De Dierenbescherming wil dat de regering regels opstelt voor het vervoeren van zieke of dode wilde vogels. Met duidelijke regels moet worden voorkomen dat de vogelgriep overspringt op mensen, zoogdieren of andere vogels.
In de Tweede Kamer wordt donderdag gedebatteerd over meerdere natuurkwesties en de Dierenbescherming wil dat er dan aan minister Henk Staghouwer van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) wordt gevraagd om regels voor de dierenambulances bij het vervoeren van vogels die mogelijk vogelgriep hebben. De Dierenbescherming doet geen aanbevelingen bij het kabinet, maar wil duidelijkheid.
"Nu doen lokale dierenambulances allemaal wat anders", aldus een woordvoerder van de Dierenbescherming. "Ook is het de vraag of het opruimen van door vogelgriep gevelde dieren een taak voor vrijwilligers is."
Als er mogelijk sprake is van vogelgriep op een pluimveehouderij zijn er strenge regels, maar voor besmette dieren in het wild zijn die er niet. "Mogelijk vervoer je dan besmettelijke vogels door gebieden waar dat niet mag", aldus een woordvoerder van de Dierenbescherming.
Door de grote hoeveelheid dode vogels komen vrijwilligers van de Dierenambulance amper nog toe aan het eigenlijke werk, het helpen van gewonde dieren zoals egels of katten. "Na elke mogelijk met vogelgriep besmette vogel moet de bus grondig worden gereinigd. Dat kost veel tijd", aldus de woordvoerder. "Ook is het altijd nog zoeken of er wel een dierenarts is die de vogel wil verzorgen of euthanaseren."
Door de capaciteitsproblemen blijven veel kadavers van dode vogels liggen, met als gevolg dat de vogelgriep zich mogelijk verspreid onder vogels of zoogdieren. "Wie is nu eindverantwoordelijk, wie zorgt voor voldoende personeel en aanvoer van middelen", vraagt de Dierenbescherming zich af.