Digitale zorg moet blijvertje zijn maar niet worden opgedrongen

26 jul 2021, 9:41 Landelijk
digitale zorg moet blijvertje zijn maar niet worden opgedrongen
ANP
Patiënten moeten bewuster worden van de mogelijkheden om digitale zorg te vragen en zorgverleners moeten het digitale aanbod uitbreiden. Dat zeggen Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en de Patiëntenfederatie Nederland. Digitale zorg heeft een enorme vlucht genomen tijdens de coronacrisis. De goede praktijken uit deze periode moeten worden behouden en de keuze tussen digitale en fysieke zorg moet uiteindelijk een recht worden, aldus de organisaties in reactie op een bericht in het AD.
"Vooral bij routinematige onderzoeken biedt het voordelen. Bijvoorbeeld als je nu elke drie maanden naar de dokter gaat die vraagt hoe het gaat en jij dan altijd goed zegt", aldus de zegsman van de Patiëntenfederatie. Mensen kunnen ook bloed- en suikerwaarden en bloeddruk digitaal doorgeven, dat scheelt beide partijen tijd en de zorg is zo ook min of meer doorlopend, vinden beide organisaties. Verder kunnen, in de huiskamer achter het scherm, bijvoorbeeld meerdere familieleden het gesprek met de arts volgen.
Zo is er volgens de organisaties niet alleen tijdsbesparing, maar ook verbetering van zorg. Artsen zullen natuurlijk altijd aan patiënten blijven vragen om toch langs te komen wanneer ze denken dat het nodig is om de mensen fysiek te beoordelen.
"Laten we het enige goede van de crisis niet laten weglekken", benadrukt de federatie. De patiënt moet wel altijd vrij blijven om toch, voor welke zorgvraag dan ook, fysiek naar een dokter te gaan, bezweert de woordvoerder. "Het mag niet in de plaats van worden." ZN is het daar roerend mee eens. De verzekeraarsorganisatie heeft er naar eigen zeggen volop begrip voor dat niet iedereen een computer of een smartphone heeft en dat ook niet iedereen er handig mee is. Patiënten moeten te allen tijde zelf kunnen kiezen hoe ze in contact willen staan met een zorgverlener.
Volgens de Patiëntenfederatie is er in politiek Den Haag ook sprake van een onderzoek om de keuzemogelijkheid in de wet vast te leggen.