Basisscholen zullen pas na de zomer besluiten over een mogelijk mobieltjesverbod in de klas, tot teleurstelling van onderwijsminister Robbert Dijkgraaf. De bewindsman vindt het "teleurstellend en een gemiste kans" dat de PO-raad in tegenstelling tot belangenclubs in het voortgezet onderwijs nog niets heeft gedaan met zijn verzoek.
Dinsdag maakte Dijkgraaf bekend dat hij scholen dringend verzoekt om smartphones in de regel niet meer toe te staan in de klas. Hij wil mobieltjes alleen toestaan als dat voor de les nodig is of bijvoorbeeld om medische redenen noodzakelijk is. De bewindsman heeft hier al afspraken over gemaakt met middelbare scholen. Die zullen de plannen voor 1 oktober uitwerken, zodat smartphones vanaf begin 2024 niet meer te zien zijn in de klas.
De PO-raad heeft naar eigen zeggen tijd nodig om een verbod te bespreken in het bestuur en de uitkomst daarvan voor te leggen aan zijn leden. "Voor het accorderen van afspraken moet je consensus hebben", zegt een woordvoerder. Eerder zei de belangenvereniging dat smartphones op basisscholen niet zo'n groot probleem zijn als op middelbare scholen.
De urgentie is hoger wat Dijkgraaf betreft. "We kunnen niet vroeg genoeg beginnen met het uitbannen van het verstorende effect van mobieltjes in de klas, dus ook in het primair onderwijs", zegt hij. De minister hoopt dat de basisscholen op tijd aansluiten bij de afspraken, zodat ze vanaf 2024 van kracht zijn.