Demissionair onderwijsminister Robbert Dijkgraaf maakt zich zorgen om de mogelijkheid dat de Tweede Kamer twee van zijn voorstellen controversieel verklaart, schrijft hij vrijdag in een brief. Controversieel verklaren houdt in dat de Tweede Kamer een onderwerp laat liggen tot een nieuw kabinet aantreedt. Aankomende dinsdag bepaalt de Kamer onder meer of dat gaat gebeuren met twee plannen die te maken hebben met de herinvoering van de basisbeurs voor studenten.
Het eerste voorstel gaat over het geld dat onderwijsinstellingen krijgen omdat de basisbeurs een tijd lang is afgeschaft. Bij de invoering van het leenstelsel had het kabinet beloofd dat het geld van de basisbeurs de onderwijskwaliteit ten goede zou komen. Universiteiten en hogescholen hebben afspraken gemaakt over de manier waarop ze het geld besteden, maar Dijkgraaf wil het geld zonder regels aan ze geven. Als de wet die dat regelt controversieel wordt verklaard, moeten onderwijsinstellingen nieuwe afspraken maken voor 2025, verwacht Dijkgraaf. "Deze nieuwe ronde zal voor alle hbo- en wo-instellingen leiden tot een aanzienlijke toename van de regeldruk."
Met het tweede voorstel wil Dijkgraaf de tegemoetkomingen die studenten uit de leengeneratie vanaf 2025 gaan ontvangen compenseren voor inflatie. Gebeurt dat niet op tijd, dan kunnen die studenten volgens de minister 190 euro mislopen. In totaal gaat het om zo'n 100 miljoen euro.