Het is nog te vroeg voor kritiek op de corona-spoedwet, die het kabinet voor 1 juli wil invoeren. Dat zegt VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff na kanttekeningen van de ChristenUnie en D66. Het voorstel ligt nu bij de Raad van State, die er binnenkort advies over geeft.
"Ik wil eerst zien wat voor wet er uiteindelijk ligt", zegt Dijkhoff. Wel kon hij zeggen dat er geen "maatregelen worden genomen die er nu al niet zijn". De spoedwet moet als wettelijke basis dienen voor de noodverordeningen die nu gelden.
Dijkhoff ziet graag dat deze wet de rol van het parlement verduidelijkt. Daarover maakten eerder diverse hoogleraren staatsrechtkunde zich zorgen. Volgens hen was er te weinig democratische controle vanuit de Tweede Kamer op de noodverordeningen. "Dat is het hele idee van deze wet, dat je dat beter onderbouwt en rechtsstatelijk vastlegt", aldus Dijkhoff.
Afgelopen zaterdag zei partijleider Gert-Jan Segers (ChristenUnie) dat het wetsvoorstel volgens hem "echt verbetering behoeft". Ook D66 is kritisch en dat geldt eveneens voor de oppositie. Volgens D66-fractieleider Rob Jetten is de looptijd van de spoedwet te lang. De genomen maatregelen zouden een jaar kunnen gelden. Ook zou de regel van 1,5 meter afstand wettelijk worden vastgelegd.
"Het wetsvoorstel moet sowieso op een aantal punten worden aangepast", vindt Jetten. "Dan denk ik aan de toepassing van apps, het verzamelen van telecomdata en de mate waarin de Tweede Kamer haar controlerende taak kan uitvoeren."
Staatsrechtdeskundigen zeiden vorige week dat de spoedwet inbreuk zou maken op de grondrechten van Nederlanders. Volgens de Nationale ombudsman laat het voorstel te onduidelijk waarmee burgers geconfronteerd worden. Ook zou de lokale politiek te weinig manieren hebben om bij te kunnen sturen.