De Nederlandsche Bank (DNB) hoeft bankbiljetten die zouden zijn beschadigd in een oven niet te vervangen, oordeelt de Raad van State (RvS) woensdag. De RvS gaat mee in een eerdere uitspraak van de rechtbank dat niet uit te sluiten is dat de biljetten ter waarde van 6500 euro moedwillig zijn beschadigd.
In de zaak eiste een man dat de biljetten door DNB vervangen zouden worden. Hij betoogde dat hij de biljetten in de oven had verborgen, dat zijn toenmalige vriendin dat niet wist en vervolgens de oven aanzette om koekjes te bakken. Daarbij zouden de biljetten beschadigd zijn.
DNB liet het Nationaal Analyse Centrum (NAC) onderzoek doen naar de beschadigde biljetten. Na proeven constateerde die dat er andersoortige beschadigingen ontstaan als biljetten in een elektrische oven liggen dan de man verklaart. Volgens het NAC zijn de beschadigingen waarschijnlijk veroorzaakt door direct vuur.
Hieruit trok DNB de conclusie dat de biljetten vermoedelijk moedwillig zijn beschadigd en dat de man niet ter goeder trouw is. Daaruit volgt volgens DNB dat de organisatie de biljetten niet hoeft te vervangen. De RvS gaat hierin mee en noemt het betoog van de man ongegrond. "De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat DNB niet voldoende redenen heeft om te vermoeden dat appellant te goeder trouw is", luidt de conclusie.