De Tweede Kamer kan op 13 maart, dus nog voor de provinciale verkiezingen, kennisnemen van de doorrekeningen van het ontwerp-klimaatakkoord door het Centraal Planbureau (CPB) en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Dat hebben de planbureaus laten weten aan minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) en aan de voorzitter van het klimaatberaad, Ed Nijpels.
De oppositie was er erg op gebrand om nog voor de stembusgang op 20 maart te weten hoe de klimaatmaatregelen uitpakken die de afgelopen maanden aan vijf overlegtafels zijn bedacht. Belangrijke vragen zijn of de voorstellen toereikend zijn om de beoogde afname van de CO2-uitstoot te halen, hoe hoog de kosten oplopen en wie precies de rekening betaalt.
De planbureaus vinden het naar eigen zeggen belangrijk ,,om hun bevindingen zo spoedig mogelijk te kunnen laten meewegen in de voortgaande discussie over het klimaatakkoord''. Daarom hebben zij hun best gedaan zo snel mogelijk met ,,een inhoudelijk en kwalitatief verantwoorde beoordeling'' te komen.
Het klimaatakkoord omvat honderden mogelijke verduurzamingsmaatregelen op het gebied van energie, industrie, landbouw, transport en woningen. Doel is dat Nederland daarmee voldoet aan internationale afspraken om de uitstoot van CO2 in 2030 met bijna de helft te hebben teruggebracht ten opzichte van 1990. Na de doorrekening is het aan de politiek om te kiezen welke plannen daadwerkelijk worden uitgevoerd.
Het klimaatakkoord zorgt binnen de regeringscoalitie van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie nu al voor de nodige spanningen. Daar komt nog bij dat de coalitie na de verkiezingen van 20 maart de meerderheid in de Eerste Kamer kwijt dreigt te raken. Dan zou het kabinet afhankelijk worden van de steun van oppositiepartijen, die ook hun eigen klimaatwensen hebben.