De meesten van ons denken dat extreme sporten zoals
parachutespringen , helicopter-skiën, Base-jumpen, kitesurfen, wildwater-kayakken, bergbeklimmen en solozeilen over de oceaan alleen maar voor stoere waaghalzen zijn en vooral beoefend worden door sensatiezoekers die hun grenzen continu opzoeken. Maar wetenschappelijk onderzoek onder extreme sporters toont aan dat zij helemaal geen specifieke persoonlijkheidseigenschappen bezitten of een extreem verlangen hebben naar risico en gevaar en/of sensatie zoeken.
Wetenschappelijk onderzoek
doet al jaren onderzoek naar de beweegredenen van bergbeklimmers, wildwaterkanoërs en andere extreme sporters. Psychologische verklaringen hebben zich volgens hem veel te lang gericht op het gevaar, de risico’s, en de vraag waarom iemand zoveel risico wil nemen. Maar risico, zo zegt Brymer, speelt nauwelijks een rol.
De bekendste test om persoonlijkheidseigenschappen te meten is de Big Five-test. Op twee van de vijf eigenschappen die worden gemeten door deze test scoren extreme sporters opvallend hoog. Op de schalen ‘extravert versus teruggetrokken’ en ‘emotioneel stabiel versus neurotisch’ scoren zij hoog op extraversie en het allerlaagst op neurose. Risicosporters hebben daarmee een relatief stabiele persoonlijkheid. Ook in de mate waarin ze sensatie zoeken, scoren ze relatief laag.
Verband tussen extreem sporten en geluk
Een ervaren skiër weet dus heel goed wat hij doet als hij een zwarte piste neemt. En zo weet ook een geoefende klimmer of parachutespringer precies wat hij of zij moet doen. Die neemt juist zo weinig mogelijk risico omdat de kleinste misstap de dood kan betekenen. De risico’s bij ervaren extreem sporters staan dus meestal in reële verhouding tot hun kennis, ervaring en fysieke kracht.
Er lijkt zelfs een positief verband te bestaan tussen welzijn en extreem sporten. Positieve emoties, toename van mentale veerkracht en een sterke affiniteit en verbondenheid met de natuur en de natuurlijke omgeving zijn belangrijke factoren. Sterker nog uit ander onderzoek kwam naar voren dat geluk, persoonlijke uitdaging, zelfactualisatie en vriendschap van grote invloed zijn op de motivatie om aan extreme sporten te doen.
Neem nou
parachutespringen waarbij de adrenaline door je lichaam giert. Jaarlijks worden er in Nederland zo’n 80.000 parachutesprongen uitgevoerd. Aan parachutespringen kleven natuurlijk risico’s maar verhoudingsgewijs gebeuren er weinig ongevallen. En velen die het hebben gedaan zeggen dat springen het ultieme gevoel van vrijheid geeft.
Extreem sporten en mannen en vrouwen
Uit verschillende onderzoeken blijkt wel dat mannen over het algemeen wel meer risico nemen dan vrouwen als het gaat over extreem sporten. In gevaarlijke situaties komen er bij beide seksen grote hoeveelheden hormonen en neurochemicaliën vrij die hen in staat stellen het gevaar te overwinnen. Bij mannen zetten deze stoffen aan tot actie, terwijl in de vrouwelijke hersenen vooral de cognitieve en emotionele functies worden aangesproken. In risicovolle situaties gaan vrouwen eerder denken en mannen doen. Mannen zijn daardoor meer geneigd zich zonder al te veel nadenken in het gevaar te storten.
Maar over het algemeen geldt dat het leven maar kort is. De tijd dat je op deze aarde bent kun je dus maar beter goed gebruiken. Haal uit het leven wat er in zit. Een veelgehoorde klacht van oudere mensen is dat ze bepaalde kansen niet gepakt hebben en dat het zonde is om de dingen te laten die je ooit wilde doen. Yolo dus!