Het coronavirus heeft in het tweede kwartaal van 2021 ruim drie keer minder dodelijke slachtoffers geëist dan in het eerste kwartaal. Dat melden onderzoekers van het statistiekbureau CBS op basis van verklaringen van artsen over doodsoorzaken. In het tweede kwartaal kwam de vaccinatiecampagne op gang en waren dus steeds meer mensen beschermd tegen Covid-19 en de ernstige gevolgen daarvan.
In het tweede kwartaal waren 2580 mensen zeker of vermoedelijk overleden aan het coronavirus, tegen 8666 in het eerste kwartaal en 7969 in het tweede kwartaal van 2020.
Het CBS telde tussen eind september 2020 en eind juni 2021 ruim driekwart meer coronadoden dan het gezondheidsinstituut RIVM, dat hier dagelijks cijfers over naar buiten brengt. Dat verschil is zo groot omdat het CBS ook sterfgevallen in de statistieken opneemt als een arts op basis van het klinisch beeld vaststelt dat Covid-19 de doodoorzaak is van iemand die niet positief is getest op het virus, in tegenstelling tot het RIVM. Bovendien is het laatstgenoemde instituut afhankelijk van informatie van GGD'en. Die zijn niet verplicht gegevens over sterfgevallen te delen.
Van het begin van de uitbraak van het coronavirus in maart 2020 tot en met juni jongstleden zijn ruim 31.000 mensen overleden aan het coronavirus. Ruim de helft hiervan was verpleeghuisbewoner of ontving een andere vorm van langdurige zorg. Deze kwetsbare groep was snel aan de beurt met vaccineren en dat is te merken aan de cijfers over het tweede kwartaal. Toen betrof het een veel lagere 16 procent van de door
corona veroorzaakte sterfgevallen een ontvanger van langdurige zorg.
Covid-19 was in het tweede kwartaal de vierde doodsoorzaak. Er overleden meer mensen aan kanker, hart- en vaatziekten, of aan psychische stoornissen en ziekten van het zenuwstelsel, waaronder Alzheimer. Een kwartaal eerder was het coronavirus nog de derde doodsoorzaak.