De rechtbank heeft donderdag drie verdachten in het omvangrijke MH17-proces veroordeeld tot levenslange celstraffen voor hun betrokkenheid bij het neerhalen van de vlucht op 17 juli 2014. Dit leidde tot de dood van alle 298 inzittenden. Het gaat om rebellenleider Igor Girkin (51), zijn rechterhand Sergej Doebinski (60) en garnizoenscommandant Leonid Chartsjenko (50). Oleg Poelatov (56) is vrijgesproken.
Volgens de rechtbank is bewezen dat het drietal een rol heeft gehad in het laten aanrukken of het afvoeren van de Buk-TELAR. Voor Poelatov geldt dat er "geen aanwijzing" is voor zijn tussenkomst, ook staat niet vast dat hij het afvuren van de Buk-raket heeft kunnen voorkomen. De gevolgen van het neerhalen van het toestel zijn volgens de rechtbank "zo ernstig" en de houding van de nu veroordeelde verdachten "zo verwerpelijk" dat niet kan worden volstaan met een tijdelijke gevangenisstraf.
De raket die de vlucht neerhaalde had een "allesvernietigende werking". Het leven van de inzittenden werd "van het een op het andere moment zonder waarschuwing op gruwelijke wijze beëindigd", aldus de rechtbank. Voor de vele nabestaanden is er "een leven voor en een leven na de ramp". De rechtbank wees de schadeclaims van de nabestaanden toe tot een totaalbedrag van 16 miljoen euro. Het vonnis leidde tot emoties bij aanwezigen in de rechtszaal.
Het Openbaar Ministerie had levenslang geëist tegen het viertal. De verdachten hebben zich het hele proces niet in de rechtbank laten zien. Alleen Poelatov liet zich vertegenwoordigen door advocaten. Hij heeft vanaf het begin iedere betrokkenheid ontkend en noemde het onderzoek tegen hem "onbetrouwbaar".
De rechtbank overwoog dat het neerhalen van MH17 een vergissing is geweest - de daders hebben vermoedelijk niet de bedoeling gehad een passagiersvliegtuig neer te halen, maar een militair vliegtuig. Maar ook in dat geval is het de opzet en het plan geweest een vliegtuig te neer te halen en de inzittenden te doden, aldus de rechtbank.
De separatisten in het oosten van Oekraïne leden destijds zware verliezen, vooral door aanvallen vanuit de lucht door het Oekraïense leger. De Buk-TELAR zou daarom vanuit Rusland zijn aangerukt. Een van de separatistische groeperingen was volgens de rechtbank de Donetsk People's Republic (DPR), die volgens het vonnis "feitelijk aangestuurd" werd vanuit de Russische Federatie. De DPR onderhield volop contacten met Moskou, zo stelt de rechtbank vast. Rusland heeft die banden altijd ontkend.
Met de uitspraak van de rechtbank komt een voorlopig einde aan het monsterproces, dat ruim 2,5 jaar geleden - op 9 maart 2020 - de eerste van bijna zeventig zittingsdagen had.