Drinkwaterbedrijf Dunea heeft vanwege een gemeten "vervuilingspiek" besloten voorlopig geen water van de Maas meer te gebruiken. In plaats daarvan is het waterbedrijf, dat in het westen van Zuid-Holland actief is, voor de drinkwaterproductie overgeschakeld op water uit de rivier de Lek. "De innamestop aan de Maas is een voorzorgsmaatregel voor de drinkwaterproductie voor 1,3 miljoen mensen in het westen van Zuid-Holland", laat Dunea weten.
Het bedrijf nam het besluit afgelopen weekend. Aanleiding is een meting van Rijkswaterstaat in Limburg, dichtbij de grens met België. In het Maaswater werd daar het onkruidbestrijdingsmiddel tebutylazine aangetroffen. Die stof wordt gebruikt in de maïsteelt en is schadelijk voor vissen, ongewervelde waterdieren, algen en waterplanten. Over de bron van de vervuiling is niks bekend.
Ook het Limburgse waterbedrijf WML gebruikt Maaswater om drinkwater te produceren. "Bij ons heeft dit ook gespeeld, we hebben daarom afgelopen weekend een innamestop gehad", vertelt een woordvoerder van het drinkwaterbedrijf. "De stof heeft ons innamepunt al gepasseerd." Sinds dinsdagochtend neemt WML daarom weer water uit de rivier in. Dat gebeurt in Heel, in de buurt van Roermond.
Dunea neemt normaal gesproken rivierwater in bij de Afgedamde Maas. Het wordt vervolgens op diverse manieren gezuiverd en in de duinen tussen Monster en Katwijk geïnfiltreerd. Daardoor worden bacteriën en virussen op een natuurlijke manier onschadelijk gemaakt.
Vervuiling van het Maaswater is een probleem dat vaker voorkomt. Dunea wijst erop dat de kwaliteit van het Nederlandse oppervlaktewater door verontreinigingen vanuit de landbouw en de industrie niet voldoet aan de Europese normen. "Zolang sloten en rivieren worden gezien als afvoer voor bedrijven en niet als ecosysteem, blijft kwaliteit van oppervlaktewater een ondergeschoven kindje", zegt directeur Wim Drossaert daarover in een verklaring. "Waterkwaliteit heeft net zoveel aandacht nodig van waterbeheerders als wateroverlast en droogte."