Jaren geleden zag Betty Buijtels, mede-initiatiefnemer van stichting Dutch Cell Dogs, een probleem: te veel honden verblijven door hun gedrag langdurig in het asiel. Omdat ze dit zielig vond, kwam ze met een oplossing. “De honden getraind laten worden door mensen die weten hoe het is om opgesloten te zitten, die niets mogen en over wie veel stigma’s bestaan: gedetineerden!”
Samen met Marlies de Bats, die Betty jaren geleden tegenkwam tijdens de opleiding voor gedragstherapeut voor honden, is ze in 2009 een pilot van acht weken gestart in de gevangenis in Vught. “We zijn met zes asielhonden en zes gedetineerden gestart met een training, waarbij de gedetineerden werden opgeleid om goede trainers te worden, zodat zij vervolgens de honden zelf konden trainen. Veel honden in het asiel zijn onhandelbaar, doordat ze mishandeld of verwaarloosd zijn, of te weinig aandacht hebben gekregen van hun baasje. Dit kunnen puppy’s zijn, maar ook honden die al drie jaar in het asiel zitten.”
Twee keer in de week vond er een training van anderhalf uur plaats op het buitenverblijf in de gevangenis in Vught. “Weer of geen weer, we gaan met elke training altijd naar buiten. We weten niet waarom de gedetineerden in de gevangenis zitten. Hierdoor kunnen we hen op een zo open mogelijke manier ontmoeten. De intentie van de training is dat de gedetineerde een hond kan helpen, zodat die straks een nieuw thuis heeft, en dat de hond de gedetineerde helpt door zijn onvoorwaardelijke liefde. Het was keihard werken voor de mannen, want sommige honden waren behoorlijk onhandelbaar. Het resultaat was echter boven verwachting. De directeur kwam na afloop naar ons toe en zei: ‘we hebben een probleem, want we hebben zes verliefde mannen op de afdeling rondlopen.’”
In acht weken tijd leren de honden alle basisoefeningen, zodat ze na afloop plaatsbaar zijn. Alle gedetineerden houden een dagboek bij, waardoor de toekomstige eigenaar meteen een gebruiksaanwijzing mee krijgt. “Het afscheid na acht weken is verschrikkelijk en altijd moeilijk. We blijven de gedetineerden er dus ook altijd aan herinneren dat ze dit doen voor een nieuwe toekomst van de hond.”
In 2012 werd de stichting Dutch Cell Dogs opgericht voor trainingen aan gedetineerden in gevangenissen. Al snel volgde andere instellingen, waaronder ook jeugddetenties en tbs-klinieken. Er wordt momenteel op dertien locaties training gegeven, er vinden meer dan twintig trainingen per jaar plaats en er zijn al 408 honden getraind. Binnenkort vindt er voor het eerst een training in een vrouwen gevangenis een plaats. “De impact is groot. Gedetineerden voelen zich weer nuttig en van waarde. De hond fungeert als een spiegel, waarbij gedetineerden zien dat eerlijkheid, duidelijke communicatie en positiviteit belangrijk zijn. Als de hond ongewenst gedrag laat zien, corrigeren we niet de hond, maar betrekken we dit altijd op de gedetineerde. ‘Hoe kan het dat jij dit gedrag toestaat en waarom let jij niet op?’ De hond moet weer leren om te leren, dat is het allerbelangrijkste. We horen dat gedetineerden beter en meer communiceren na de training, dat ze meer samen doen, dat er minder verbale agressie is en dat er een groter gevoel van saamhorigheid is. Door de training mag een hond weer hond zijn en mag een gedetineerde weer mens zijn.”
Frans Douw, voormalig afdelingsdirecteur van de penitentiaire inrichting in Heerhugowaard, heeft ervaring met de trainingen van Dutch Cell Dogs. “De grootste verandering in de instelling was het feit dat er zichtbaar voor iedereen een aantal gedetineerden bezig waren om honden een tweede kans te geven. In een gevangenis of tbs-kliniek is het uniek dat men ziet dat lotgenoten zoiets moois en bijzonders doen. Daar waar mensen normaal benaderd worden als potentieel gevaarlijk, ziek en/of incompetent, wordt nu ineens talent, inzet en liefde zichtbaar. Ook de aanwezigheid van honden met hun onvoorwaardelijke liefde voor hun trainer, is in deze omgeving iets unieks. De sfeerverandering die daardoor ontstaat is eigenlijk de grootste verandering. Dat heeft impact op de sfeer op de afdeling, de werksfeer voor het personeel en het gedrag van gedetineerden.”
Dat één training zoveel impact kan hebben op het leven van één gedetineerde, illustreert het verhaal van D., die levenslang vast zit in Heerhugowaard. Frans: “Hij wilde zijn kinderen niet meer zien, kwam nooit buiten en zat alleen maar in zijn cel. Na 14 jaar kwam Dutch Cell Dogs een training geven en D. aanschouwde dit vanachter zijn celraam. Hij begon erover te praten, kwam voor het eerst in al die jaren buiten en werd zelf trainer. Na de training voelde hij zich weer een zoon, een vader, een partner en een mens. Hij nodigde zijn kinderen uit om op bezoek te komen en na 14 jaar gevangenschap ontdekte hij dat hij nog steeds van waarde en belangrijk is, voor hemzelf en voor anderen.” Dat je weet dat je ertoe doet, ongeacht wat je gedaan hebt, is van wezenlijk belang, aldus Betty.