In 25 Nederlandse ziekenhuizen, ruim een op de drie, wordt in het geheel geen planbare zorg meer verleend. Onder die noemer vallen bijvoorbeeld knie- en heupoperaties. Dat is meer dan een verdubbeling ten opzichte van eind vorige week, meldt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). In de vorige rapportage, die vrijdag verscheen, was de planbare zorg in 12 van de 74 ziekenhuizen helemaal geannuleerd.
De grote toestroom van coronapatiënten veroorzaakt steeds meer druk op de ziekenhuiszorg. Negentien ziekenhuizen zijn niet altijd meer in staat om zogeheten kritieke planbare zorg op tijd te verlenen. Dat is zorg die binnen zes weken zou moeten plaatsvinden om gezondheidsschade te voorkomen. Dat is één ziekenhuis meer dan in het overzicht van vrijdag.
Bijna een op de drie ziekenhuizen (24) kan de kritieke planbare zorg bovendien niet altijd volgens planning leveren. "Dit betekent dat hartoperaties of kankerbehandelingen een of soms meerdere keren worden uitgesteld", aldus de NZa.
Het aantal operatiekamers dat in gebruik is, ligt 36 procent lager dan normaal. Ook dat is weer een verdere afname.
In bijna alle ziekenhuizen, 67 van de 70, is een gedeelte van de planbare zorg geannuleerd. Ziekenhuizen doen dit zodat ze hun acute zorg, die binnen 24 uur moet worden verleend, in elk geval wel beschikbaar houden. Dat lukt tot nu toe.
In de ziekenhuizen geldt sinds vorige week de zogenoemde fase 2d. Dat wil zeggen dat in het hele land "de zorgcontinuïteit in gevaar is". Na 2d komt fase 3, beter bekend als 'code zwart'. Dan is er zelfs een tekort aan ic-bedden en moeten artsen harde keuzes gaan maken over wie ze wel en niet opnemen. Dat scenario is tot nog toe steeds afgewend tijdens de coronacrisis.
Door het uitstellen en annuleren van afspraken blijft het 'stuwmeer' aan achterstallige behandelingen almaar uitdijen. De toch al overbelaste en onderbemande ziekenhuizen komen na deze vierde golf van de pandemie voor de zware taak te staan om alle gemiste zorg weer in te halen.