Een op de vijf scholieren in Nederland woont samen met een langdurig zieke ouder, broer of zus. Zij zijn minder tevreden over hun leven, hebben vaker slaapproblemen en zijn ook minder te spreken over hun eigen gezondheid vergeleken met jongeren die geen ziek gezinslid hebben. Een vijfde heeft last van vermoeidheid en een op de zes ervaart een gevoel van uitputting. Ook voelen deze scholieren zich vaker onder druk staan door het schoolwerk dat ze moeten doen.
Dat concluderen het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en de Vrije Universiteit (VU) Amsterdam in een gezamenlijk onderzoek. Bij een gezinslid met een langdurige ziekte gaat het om lichamelijke en psychische aandoeningen zoals bijvoorbeeld kanker, suikerziekte, hartziekten, depressie, verslaving, autisme of een verstandelijke beperking. In de helft van de gevallen betreft het een van de ouders, maar het kan ook om een broer of zus gaan of een ander familielid.
Scholieren met meerdere zieke gezinsleden zijn volgens het SCP als het meest kwetsbaar te beschouwen binnen de groep met een zorgsituatie thuis. "Zij rapporteren twee keer zo vaak als degenen met één zieke naaste bijna dagelijks hoofdpijn te hebben en zich zenuwachtig te voelen", aldus het planbureau.
Volgens de onderzoekers hebben scholieren met een ziek gezinslid meer taken en verantwoordelijkheden in het huishouden. Het gaat om onder meer schoonmaken, een broertje of zusje helpen met huiswerk of persoonlijke verzorging van een ziek gezinslid. Vergeleken met scholieren zonder een ziek gezinslid besteden zij daar anderhalf keer zo vaak extra tijd aan (minstens 4 uur per week).
Daarbij ervaren deze jongeren weinig steun vanuit hun gezin. "Zij hebben onder andere het gevoel dat mensen in hun gezin minder hun best doen om hen te helpen. Daarnaast geven zij aan minder vaak steun van klasgenoten te ontvangen, zij voelen zich bijvoorbeeld minder vaak door klasgenoten geaccepteerd zoals ze zijn", stellen de onderzoekers.
Het onderzoek werd onder 6500 scholieren op middelbare scholen gedaan, onder wie ruim 1200 met een langdurig ziek gezinslid.