De Eerste Kamer komt dinsdag voor het eerst sinds 10 maart weer bij elkaar om te vergaderen. Het gebouw werd na die dag gesloten in verband met het oprukkende coronavirus. De gemiddelde leeftijd van senatoren ligt wat hoger, zodat ze kwetsbaarder zijn. Veel werkzaamheden gingen wel digitaal door.
Er zijn maatregelen getroffen om zo veilig en hygiënisch mogelijk te werken. Zo zal per fractie maar één senator tegelijk aanwezig zijn in de plenaire zaal. De vertrekken van de senaat lenen zich nog minder voor het bewaren van 1,5 meter afstand dan die van de overburen in de Tweede Kamer. Publiek mag niet komen en ook voor de pers zijn er beperkingen.
De senatoren zullen onder meer over het noodpakket stemmen waarmee het kabinet de economische gevolgen van de coronacrisis wil bestrijden. De Tweede Kamer stemde er al mee in. Het kabinet hoefde met de uitvoering van de noodmaatregelen overigens niet te wachten op parlementaire instemming.
Ook zal de Kamer advies vragen aan de Raad van State over vergaderen in crisisperiodes zoals nu. Zo is grondwettelijk vastgelegd dat 38 van de 75 senatoren zich in de senaat moeten melden op een vergaderdag om de activiteiten rechtsgeldig te maken. De voorzitter van de Eerste Kamer wil weten of digitale registratie en andere zaken ook rechtsgeldig kunnen zijn.