Het aantal ouders dat hun kinderen laat inenten via het Rijksvaccinatieprogramma is vorig jaar niet verder gedaald, staat in een rapport van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu.
Het gaat om vaccinaties tegen difterie, kinkhoest, tetanus en polio en de BMR-vaccinatie (bof, mazelen en rode hond). De gemiddelde percentages voor deze vaccinaties liggen ruim boven de 90 procent. Ook de landelijke vaccinatiegraad van HPV (baarmoederhalskanker) is met 45,5 procent volgens het RIVM gelijk aan het jaar ervoor.
''Hoewel de landelijke vaccinatiegraad nog niet terug is op het oude niveau, is er een einde gekomen aan de dalende trend'', stelt het gezondheidsinstituut.
Staatssecretaris Paul Blokhuis (Volksgezondheid) spreekt van "positieve signalen" maar benadrukt ook dat het werk nog niet gedaan is. "Ik hang de vlag pas uit als we weer stabiel terug zijn op een vaccinatiegraad van 95 procent of hoger."
Een hogere vaccinatiegraad verkleint de kans dat in de toekomst ziekten zoals mazelen uitbreken. In de afgelopen jaren was er een groeiende groep ouders die hun kinderen niet liet vaccineren, onder meer uit angst voor bijwerkingen en wegens religieuze redenen.