Eindhoven onderzoekt de rol van. de gemeente bij het onteigenen van Joodse inwoners tijdens de Tweede Wereldoorlog. Daarbij bekijkt de gemeente ook mogelijke navorderingen aan belastingen die zij heeft opgelegd aan Joodse inwoners die terugkeerden uit concentratiekampen, of aan hun nabestaanden.
Dat maakte de gemeente donderdag bekend. Het onderzoek volgt op onthullingen door de website Pointer (KRO/NCRV) en Follow The Money (FTM), waaruit naar voren komt dat in Eindhoven zeker 38 woningen van Joden in beslag zijn genomen. Pointer en FTM hadden dat ontdekt in de zogenoemde Verkaufsbücher in het Nationaal Archief.
Samen met het Regionaal Historisch Centrum heeft de gemeente alvast in maart de straatbelasting in Eindhoven onderzocht. De gemeente gaat nu onderzoeken of Eindhoven na de oorlog naheffingen voor straatbelasting heeft opgelegd aan Joodse eigenaren van onroerend goed. Verder onderzoekt Eindhoven of de gemeente tijdens de bezetting Joods onroerend goed heeft aangekocht en of dat later weer is rechtgezet middels eerherstel.
"Het confisqueren van Joodse woningen tijdens de nazi-bezetting en deze doorverkopen is een lelijk litteken in onze geschiedenis", zei burgemeester John Jorritsma donderdag. "Traumatisch voor de Joodse gemeenschap, beschamend voor onze samenleving. Dat geldt ook voor belastingnaheffingen van Joden die terugkeerden uit vernietigingskampen. Uit een quick-scan werd duidelijk dat zoiets mogelijk ook in Eindhoven is gebeurd. Dat gaan we nu verder uitzoeken."
Eerder deden Amsterdam en Den Haag al soortgelijke onderzoeken en momenteel zijn ook Rotterdam en Utrecht daarmee bezig. Het onderzoek in Eindhoven wordt uitgevoerd door Maili Blauw en gaat zo'n vijf maanden duren. Blauw is ook betrokken bij de onderzoeken in Den Haag en Utrecht. Zij bekijkt onder meer bronnen in het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, het Regionaal Historisch Centrum in Eindhoven, het Belastingmuseum en het gemeentelijk archief.
De gemeente heeft de Joodse gemeenschap op de hoogte gesteld van het onderzoek.