Na jarenlang vruchteloos gesteggel zijn de EU-landen dicht bij een akkoord over hun asielbeleid, zeggen EU-diplomaten. Mogelijk kunnen ze het donderdag eens worden over onder meer controles aan de buitengrens en het beter verdelen van asielzoekers.
Het lukt de EU-lidstaten al jaren niet om samen te werken bij de opvang van migranten. Vooral zuidelijke landen als Italië en Griekenland klagen dat de anderen het hen alleen laten opknappen. Nederland en andere West-Europese lidstaten willen pas helpen als de 'aankomstlanden' asielzoekers zelf opvangen en niet meer laten doorreizen naar hun voorkeursland, zoals ooit is afgesproken. Oost-Europese landen als Hongarije weigeren hoegenaamd om migranten over te nemen.
Nu zit er voor het eerst in lange tijd beweging in de kwestie, zien EU-bronnen. Staatssecretaris Eric van der Burg en zijn asielcollega's van de andere EU-landen zouden er donderdag uit kunnen komen. Ze willen meteen bij aankomst aan de Europese buitengrens beoordelen of asielzoekers uit veilige landen als Marokko kans maken om te mogen blijven. Wie niet welkom is, zou dan sneller kunnen worden teruggestuurd.
De andere lidstaten moeten asielzoekers van de landen aan de buitengrens gaan overnemen. Willen ze dat niet, dan kunnen ze ook geld inleggen of bijvoorbeeld helpen met menskracht of materieel voor de opvang. Dat zou een lidstaat per niet overgenomen migrant 20.000 euro kosten, zo is volgens ingewijden geopperd. Als er te weinig 'hervestigingsplaatsen' worden aangeboden, kunnen die worden afgedwongen. Maar onder meer Nederland liet al doorschemeren dat de aankomstlanden op welwillendheid kunnen rekenen als zij zich straks aan hun deel van de afspraken houden.
Nog niet alle EU-landen zijn voor de plannen gewonnen, maar dat hoeft ook niet. Een ruime meerderheid is genoeg. Daarna moeten de lidstaten het nog wel eens worden met het Europees Parlement.