Ook volgend jaar is er geld beschikbaar om het openbaar vervoer tijdens de coronacrisis te ondersteunen. Het kabinet reserveert 740 miljoen euro om ov-bedrijven te compenseren voor het lagere aantal reizigers. Eerder werd al bekend dat er dit jaar 1,5 miljard euro beschikbaar is om ov-bedrijven tegemoet te komen.
Met de nieuwe maatregel is er steun tot 1 juli 2021. Ook voor de periode daarna is er perspectief op extra geld, schrijft staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Infrastructuur) in een brief aan de Tweede Kamer.
Met het geld wil het kabinet het ov als "vitale sector" voor reizigers beschikbaar houden. Wat meespeelt om de eerdere maatregel te verlengen, is dat er nog geen einddatum is genoemd voor het kabinetsadvies om thuis te werken. Daarom maken veel minder mensen gebruik van het openbaar vervoer. Ook blijft het onderwijs deels op afstand. Ten opzichte van vorig jaar ligt het ov-gebruik iets boven 50 procent.
Door de steun is ongeveer 93 procent van de kosten gedekt. De bedrijven die er aanspraak op kunnen maken, waaronder de NS, de Friese waddenveren en het stads- en streekvervoer, komen zelf met een "passende bijdrage" voor de resterende 7 procent.
Overigens is er nog geen geld uitgekeerd. Hiervoor is eerst toestemming nodig van de Europese Commissie. Volgens Van Veldhoven wordt hier "op korte termijn" een staatssteunmelding voor gedaan. Op dit moment heeft ze nog geen signalen dat vervoerders in acute financiële nood komen.