Bij het ministerie van Economische Zaken werd niet ingegrepen toen in het voorjaar van 2013 bleek dat de gaswinning in Groningen dat jaar nog hoger zou uitvallen dan al gedacht. Dit terwijl het jaar ervoor een beving in Huizinge voor veel angst en onrust bij inwoners zorgde. De ambtelijke top besloot gewoon door te gaan met de productie. "Dit toont alleen maar aan dat Nederland Groningen hard nodig heeft", schreef een ambtenaar toentertijd in een e-mail aan oud-topambtenaar Jos de Groot.
De Groot zei tijdens zijn verhoor door de parlementaire enquêtecommissie die de gaswinning in Groningen onderzoekt, dat er op dat punt in het gasjaar (dat loopt van oktober tot en met september) ook weinig meer te doen was tegen de hoge productie. Voormalig minister Henk Kamp van Economische Zaken (EZ) gaf in die tijd "aan dat-ie not amused was", aldus De Groot, toen directeur energiemarkt bij het ministerie. "Maar het kwaad was al geschied." Hij geeft toe dat het "qua beeldvorming natuurlijk uitermate ongelukkig is" dat er niet werd ingegrepen.
Eerdere getuigen verklaarden al tegenover de commissie dat ze boos reageerden dat Economische Zaken niet ingreep toen bleek dat het gasjaar 2013 op een record zou afstevenen. Bestuurders uit de regio werden naar eigen zeggen niet zelf geïnformeerd. In de genoemde mail die De Groot in opdracht van de enquêtecommissie voorlas, schreef een collega-ambtenaar dat "we vanuit de woordvoering wel een goed verhaal moeten hebben dat sneller en meer produceren het risico op bevingen niet verhoogt, zoals staatstoezicht in zijn rapport aangeeft".
Na de beving in Huizinge adviseerde het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) namelijk om de gasproductie te verminderen, om tijd te kopen voor meer onderzoek. De betrokken organisaties besloten om de productie voort te zetten, en gebruikten daarvoor het argument dat er nog onderzoek nodig was. De Nederlandse Aardolie Maatschappij - die het aardgas wint - sloot zich ook niet aan bij het SodM-advies.