Faillissementsonderzoek Beljaarts op korte termijn afgerond

24 jun , 10:44 Landelijk
faillissementsonderzoek beljaarts op korte termijn afgerond
ANP
De curator van KHN Rekenwerk verwacht dat het "niet heel lang meer" zal duren voordat het onderzoek naar het faillissement, waarbij beoogd minister Beljaarts betrokken is, is afgerond. "Ik verwacht een aantal weken tot één à twee maanden", zegt curator Erick Quaars. Omdat het onderzoek nog niet is afgerond, kan hij niets zeggen over de voorlopige bevindingen. "Dat staat mij nog niet vrij."
Vrijdag werd bekend dat beoogd minister van Economische Zaken Beljaarts betrokken is bij het faillissement van KHN Rekenwerk, een bedrijf dat administratiediensten leverde voor horecazaken. Beljaarts was op dat moment ook directeur van horecabranchevereniging Koninklijke Horeca Nederland (KHN).
Het rechtmatigheidsonderzoek wordt standaard uitgevoerd na een faillissement, aldus Quaars. "Er wordt gekeken naar onregelmatigheden, of het bestuur het netjes heeft gedaan of dat er onbehoorlijk bestuur is geweest." Zo'n onderzoek start met het doornemen van de administratie, daarna worden er vragen neergelegd bij het bestuur. Ook de fiscus bekijkt het faillissement. De Belastingdienst heeft bij KHN Rekenwerk een vordering van een half miljoen euro neergelegd.
De Volkskrant en De Telegraaf melden dat de ledenraad van Koninklijke Horeca Nederland heeft aangedrongen op het vertrek van Beljaarts. Een woordvoerder van KHN zegt dat Beljaarts en KHN hebben gesproken over zijn vertrek. "Bij zijn vertrek is afgesproken dat KHN en de heer Beljaarts geen uitspraken doen over de inhoud van gemaakte afspraken. Aan die juridische toezegging dienen we ons te houden", zegt een woordvoerder van de horecabrancheorganisatie. Een verklaring waarin KHN Beljaarts dankt voor zijn "ongekende inzet" en waarin wordt gesteld dat "zijn leiderschap tijdens zowel in voorspoedige als uitdagende tijden ons sterker heeft gemaakt" staat volgens de organisatie nog altijd.
Beljaarts zei maandagochtend in een hoorzitting in de Tweede Kamer dat wat hem betreft sprake is van "een storm in een glas water" en dat hem geen blaam treft. Heel veel meer wilde hij over de zaak niet zeggen, omdat de curator nog onderzoek doet.