Vakbond FNV zet volgend jaar in op een loonsverhoging van 5 procent bij cao-onderhandelingen. Dat is gelijk aan de eis die voor dit jaar op tafel was gelegd, dat was toen de hoogste looneis in meer dan dertig jaar. De vakbond maakte de looneis traditiegetrouw een dag voor Prinsjesdag bekend.
FNV stelt ook dat binnen drie jaar iedereen minimaal 14 euro per uur moet verdienen. Ook moet een vaste baan weer de norm zijn. De looneis is de basiseis waarmee FNV begint aan onderhandelingen voor een nieuwe cao. Doorgaans vallen de uiteindelijk afgesproken loonsverhogingen lager uit.
Volgens de vakbond is de economische groei meer terechtgekomen bij bedrijven en aandeelhouders dan bij werknemers. De kloof tussen slecht betaald flexibel werk en goed betaalde banen is daardoor vergroot.
Ook politieke keuzes hebben volgens FNV de positie van werknemers verzwakt. Het kabinet moet dan ook "verdere stappen nemen" om onzeker werk aan banden te leggen en het bedrijfsleven dwingen om te investeren in zijn werknemers. Ook moet het kabinet het goede voorbeeld geven door veel meer te investeren in leraren, jeugdzorg, agenten en werknemers bij de publieke omroepen.
Werkgeversvereniging AWVN zegt in een reactie dat werkgevers volop moeten inzetten op hogere productiviteit. Dat zou de ruimte voor loonsverhogingen vergroten. De koepelorganisatie is van mening dat cao's maatwerk zijn, en dat een algemene looneis niet meer van deze tijd is.
Volgens AWVN is de gemiddelde loonstijging in het lopende cao-seizoen overigens 3 procent. Dat is zonder incidentele loonstijgingen zoals indeling in een andere schaal of overstap naar een andere baan.