De beoogde fusie van twee huisartsenorganisaties gaat onverwacht niet door, al zijn veruit de meeste leden van de twee organisaties er voorstander van. De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen (VPH) wilden samen verdergaan, maar daarvoor ontbrak het aan voldoende steun onder leden van de VPH.
Volgens de statuten van de VPH is een meerderheid van 75 procent vereist voor een fusie. De steun bleef volgens de organisatie steken op twee derde van de leden, net te weinig dus. "Daarmee is de beoogde fusie van de baan", laten beide organisaties weten. Hun voorzitters noemen het allebei "ontzettend jammer".
"Juist binnen één vereniging hadden we de belangen van de praktijkhouders nog beter kunnen behartigen op het hoogste onderhandelingsniveau", reageert VPH-voorzitter Dick Groot in een verklaring. "We moeten de komende tijd in gesprek met de leden op welke manier we de VPH als zelfstandige vereniging voortzetten." Hij blijft daarbij wel voor een "nauwe samenwerking" met de LHV en andere huisartsenorganisaties.
"Door onze krachten te bundelen zouden we ons nog sterker kunnen maken voor de toekomst van de huisartsenzorg", voegt LHV-voorzitter Marjolein Tasche eraan toe. Ze noemt het "ontzettend zonde" dat dit niet gaat gebeuren.
De ledenvergadering van de LHV had al unaniem ingestemd met het versmelten van de twee verenigingen. Daarbij is de LHV de grotere partij: die telt zo'n 14.000 leden. De VPH heeft ruim duizend leden.