Na zestig jaar stopt zondag de gaswinning in
Groningen, vanwege de aardbevingsrisico's en het leed dat de inwoners is aangedaan. Maar omdat in uitzonderlijke gevallen de kans bestaat dat de gaskraan komend jaar toch weer wordt opengezet, vinden velen in de provincie het nog geen tijd voor een feestje.
Staatssecretaris Hans Vijlbrief van Mijnbouw had net als de provincie en andere Groningse overheden en belangenorganisaties liever gezien dat de putten nu al zouden worden gedicht. Maar bij een heel koude winter of andere onvoorziene omstandigheden kan het nodig zijn de winning te hervatten. Daarom besloot de regering de gasputten pas op 1 oktober 2024 definitief te ontmantelen.
Bij onder meer de Groningse 'gasgedeputeerde' Susan Top en de Groninger Bodem Beweging riep dat teleurstelling op. Zij voorzien veel onrust als er toch weer gas moet worden opgepompt. Vijlbrief heeft daar begrip voor, maar volgens hem kunnen veel Groningers wel leven met de afweging die de regering heeft gemaakt.
Ondanks de sluiting van het Groningenveld gaan de aardbevingen door, blijft schade ontstaan en voldoen gebouwen nog niet aan de veiligheidsnormen, hebben de Groningse overheden benadrukt na het zeer kritische rapport van de parlementaire enquêtecommissie over de gaswinning. De regering nam de conclusie over dat een "ereschuld" aan de regio moet worden ingelost.
De komende decennia gaan miljarden euro's naar het aardbevingsgebied, voor schadeherstel, versterking van gebouwen en betere leefomstandigheden. Gedeputeerde Top, oud-secretaris van het Groninger Gasberaad, ziet kansen om iets te doen aan de "ellende waar een groot deel van de bevolking in zit".
Vijlbrief zette afgelopen week zijn handtekening onder het wetsvoorstel dat de definitieve sluiting van de gaswinningslocaties op 1 oktober 2024 regelt. Als de Tweede Kamer daar zoals verwacht mee instemt, is het besluit definitief.
De gaswinning wordt zondagochtend vroeg officieel stopgezet in het kantoor van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM). Het bedrijf van Shell en ExxonMobil erkent dat de aardbevingen een zware last hebben gelegd bij de mensen die boven het gasveld wonen.