Schepen op de Maas en de verbindingen van de Maas met andere rivieren hebben steeds vaker last van storingen en achterstallig onderhoud. Er moet meer geld op tafel komen om de vaarroutes goed bevaarbaar te houden of te maken. Dat bleek woensdagmiddag tijdens een bijeenkomst in Wanssum (Limburg) van brancheorganisatie voor de binnenvaart Koninklijke BLN Schuttevaer en het European Logistics Center Limburg.
Het gaat om de trajecten Nijmegen-Maastricht, Moerdijk-Maastricht en de Brabantse kanalen. In een 'noodkreet' stellen beide organisaties dat zich op deze trajecten steeds vaker storingen voordoen, met vertragingen als gevolg. Alleen al tussen 1 januari en 12 maart dit jaar deden zich op de Maas 140 stremmingen voor. Ook de veiligheid komt door de problemen op de Maas in het geding.
Beide organisaties maakten een inventarisatie van de voornaamste knelpunten. Zo doen zich op de Maas in Zuid-Limburg gevaarlijke situaties voor door zwaar drijfhout. Er wordt te weinig gebaggerd om de Maas op diepte te houden. En er zijn problemen met de sluizen in Maastricht, Born, Heel, Roermond, Linne, Belfeld, Sambeek, Grave en Weurt. Gevolg: vertragingen.
Schepen moeten door alle vertragingen harder varen om op tijd te zijn: dat kost extra brandstof en is slecht voor het milieu, aldus beide organisaties. "Het vervoer over water kan niet over de weg, de weg zit vol! Het vervoer over water kan niet via het spoor, ook dat zit vol. Het moet over water in combinatie met de andere modaliteiten voor het voor- en natransport."