Zo'n 1,35 miljoen mensen hoeven geen belasting meer te betalen over hun spaargeld. Staatssecretaris Menno Snel (Financiën) past de belasting op spaargeld aan.
Snel komt met een nieuwe regeling waardoor het spaarbedrag waarover Nederlanders geen belasting betalen flink omhoog gaat, in de huidige situatie naar 440.000 euro. "Dit wordt misschien wel de grootste wijziging van de inkomstenbelasting sinds 2001", aldus Snel.
Hij vindt het belangrijk zuinige Nederlanders tegemoet te komen, nu sparen door de lage rente weinig oplevert. Hij begrijpt dat spaarders de huidige regeling "onrechtvaardig" vinden.
Momenteel hoeven Nederlanders geen belasting te betalen over een spaarbedrag tot 30.360 euro, 60.700 voor fiscale partners. Op het spaargeld boven die grens wordt belasting geheven, gebaseerd op een relatief hoge rentestand. Die rentestand werd zo berekend omdat sparen en beleggen op een hoop worden gegooid.
Maar door de lage rentestand, brengt beleggen veel meer op dan sparen. Spaargeld wordt in het plan van Snel dan losgetrokken van beleggen. De rente waarover belasting wordt geheven, wordt in de regeling vooraf vastgesteld, en zal "zoveel mogelijk aansluiten bij de werkelijke spaarrente". Over die rente wordt 33 procent belasting geheven, maar de eerste 400 euro aan inkomsten zijn belastingvrij. Omdat Snel momenteel uitgaat van een rentestand van 0,09, komt hij zo uit op de grens van 440.000.
Spaarders die meer geld opzij hebben gezet, betalen voor het geld boven de grens alleen belasting over de daadwerkelijke rente, in plaats van het fictieve rendement dat de fiscus in het verleden hanteerde.
Tegelijkertijd worden Nederlanders die met geleend geld beleggen, zwaarder belast. Op die manier wil het kabinet dat de regeling - die in de wet moet worden opgenomen - budgetneutraal uitpakt.