De provincie Gelderland maakt zich zorgen dat een jonge wolf in Het Nationale Park De Hoge Veluwe misschien doodgeschoten moet worden. Volgens de provincie zijn er op dit moment geen middelen meer om het dier af te schrikken in een acute situatie, waarmee doodschieten voorkomen zou kunnen worden. Dat is volgens de provincie het gevolg van het verbod dat de rechter woensdag uitvaardigde op het beschieten van een wolf met een paintballgeweer.
In het nationale park lopen een of meer wolven die niet meer bang zijn voor mensen. Sommigen menen dat de jonge dieren gewoon nieuwsgierig zijn, anderen denken dat de roofdieren stiekem gevoerd zijn en zo mensen zijn gaan associëren met voedsel. De provincie Gelderland wilde het dier of de dieren laten schrikken door ze te beschieten met verfballetjes, wat in de Verenigde Staten ook wel gebeurt. Maar de rechter vond dat besluit niet goed genoeg onderbouwd en verbood het.
De provincie stelt dat nadere onderbouwing "om langjarig en diepgravend onderzoek" vraagt. "Wij willen snel handelen op basis van de op dit moment best beschikbare kennis om escalatie te voorkomen. Het doen van langjarig onderzoek past daar niet bij", aldus de provincie. Gelderland heeft al bij minister Christianne van der Wal (Natuur) om ruimere mogelijkheden gevraagd om in te kunnen grijpen in geval van nood. De wolf is nu op Europees niveau zwaar beschermd en mag niet verjaagd, verstoord of beschoten worden.
De rechtbankbeslissing van woensdag is een voorlopige voorziening in afwachting van een definitieve uitspraak. Begin volgend jaar behandelt de rechtbank in een bodemprocedure het geding dat De Faunabescherming aanspande tegen de provincie over het paintballschieten. Een uitspraak in die zaak kan daarna nog maanden duren.