De gemeente Buren raadt op haar website af om te gaan zoeken naar een schat in de buurt van Ommeren, die daar aan het eind van de Tweede Wereldoorlog zou zijn begraven door Duitse soldaten. Die hadden volgens de overlevering sieraden, edelstenen, gouden horloges en munten in munitiekistjes begraven, nadat ze die hadden gevonden in Arnhem. De kostbaarheden waren door het oorlogsgeweld uit hun kluis in een Arnhemse bank geblazen.
In het Nationaal Archief bleek deze week een heuse schatkaart te liggen, waarop de plek met een kruisje staat aangegeven. De schatkaart kwam meteen volop in de media.
De gemeente Buren, waar Ommeren deel van uitmaakt, krijgt volgens de eigen website "veel vragen over deze schatkaart en de nazischat" en voelt zich nu genoodzaakt om schatzoekers te waarschuwen tegen gevaren en verboden.
"Deskundigen wijzen erop dat het gebied dichtbij de frontlinie uit de Tweede Wereldoorlog ligt. Het zoeken is daar gevaarlijk vanwege mogelijk onontplofte bommen, landmijnen of granaten. We raden dan ook af om te gaan zoeken naar de nazischat", aldus het bezorgde Buren.
Het is ook "verboden om zonder ontheffing van het college van burgemeester en wethouders in het openbaar een metaaldetector of enig ander voorwerp voor het opsporen van metalen voorwerpen te gebruiken of bij u te hebben", schrijft de gemeente verder.
Het is onwaarschijnlijk dat er iets wordt gevonden. Er is na de oorlog al meerdere keren driftig maar vergeefs naar de schatten gezocht, ook met detectoren in de wijdere omgeving. De oorspronkelijke bron van het verhaal, een meubelmaker uit Baden-Baden die in Velp als parachutist voor het Duitse leger actief was, is er in 1947 nog aan te pas gekomen om de Nederlandse autoriteiten aanwijzingen te geven. Het leverde allemaal niks op. De vraag is of zijn verhaal een verzinsel was of dat anderen de schatten hebben opgegraven.