Ruim 3500 mensen hebben vrijdagavond in Utrecht gedemonstreerd tegen racisme. Zij maakten een vuist tegen ongelijkheid en etnisch profileren. "Hier staat Nederland voor me. Mensen van alle kleuren en alle religies", riep organisator Leroy Lucas van Keti Koti de menigte toe.
Al vanaf het begin was het druk. De organisatie hield vooraf nog rekening met zo'n zeshonderd demonstranten. Al snel verzocht de gemeente en ook de organisatie, bestaande uit Keti Koti, Stop Blackface en de Surinaamse vereniging Tori Oso, om niet meer naar het Jaarbeursplein te komen. Het was er vol. Met nog meer mensen was het niet meer mogelijk om 1,5 meter afstand van elkaar te blijven. Een tweede plein was nodig om de 'boventallige' deelnemers op te vangen.
"Ik snap de maatregelen om corona tegen te gaan, maar dit is ook belangrijk", scandeerde Lucas. De woorden werden met veel gejuich door de overwegend jonge mensen ontvangen. Op allerlei kartonnen borden hadden zij leuzen geschreven zoals 'Enough is Enough' (genoeg is genoeg).
Behalve Lucas waren er vele andere sprekers onder wie Sylvana Simons. Zij trokken een parallel met het politiegeweld in Amerika en de situatie in Nederland. Racisme is overal ter wereld, zeiden ze. Het is volgens hen tijd om hiertegen in opstand te komen en een revolutie te ontketenen. Er bestaat geen vrijheid als niet iedereen gelijk is. "Wij hebben ook een plek in dit land. Ik wil mij niet opsluiten. Ik wil niet bang zijn", aldus een van de sprekers.
Vanuit het nabijgelegen Stadskantoor keek burgemeester Jan van Zanen mee. Hij was tevreden over het verloop. De burgemeester, de hoofdofficier van justitie en de politiechef (de driehoek) noemen het een "ordelijk en rustig verlopen demonstratie", liet Van Zanen in een reactie weten. "De deelnemers hielden zich aan de afstandsregels en de aanwijzingen van de organisatie." Na afloop stroomde het plein snel leeg.
Niet alleen in Utrecht werd er vrijdag geprotesteerd. Ook in Nijmegen en Enschede kwamen honderden mensen samen. Eerder in de week waren er soortgelijke bijeenkomsten in onder meer Amsterdam en Rotterdam. In die steden was het te druk waardoor demonstranten te dicht op elkaar stonden.