Gemeenten verwachten in 2023 meer op te halen uit heffingen

Nederlandse gemeenten verwachten dit jaar meer op te halen uit heffingen die huishoudens en bedrijven moeten betalen. De 342 gemeenten denken, op basis van hun begrotingen, gezamenlijk 12,2 miljard euro op te halen uit onder meer de onroerendezaakbelasting (ozb) en parkeergelden. Dat is volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) ruim 6 procent meer dan voor 2022 werd begroot.

De ozb, afvalstoffenheffing, rioolheffing en kosten voor betaald parkeren zijn de vier heffingen die het meest opbrengen. Deze belastingen zijn in 2023 goed voor 86 procent van alle begrote heffingsopbrengsten. Ook krijgen gemeenten geld via onder meer de toeristenbelasting, bouwleges en het voltrekken van huwelijken.

Van de vier voornaamste heffingen zorgt vooral de ozb voor vollere gemeenteschatkisten. Eigenaars van een huis, bedrijfspand of andere onroerende zaak moeten deze belasting jaarlijks betalen aan de gemeente. Voor 2023 hebben de Nederlandse gemeenten 5,1 miljard euro aan ozb-opbrengsten begroot, bijna 7,5 procent meer dan een jaar eerder. Deze stijging komt volgens het CBS vooral door de gestegen WOZ-waarden, die vertraagd meebewegen met de huizenprijzen.

De begrote opbrengsten uit de afvalstoffenheffing zijn dit jaar zo'n 5 procent hoger dan een jaar eerder, en die uit de rioolheffing 4,5 procent. Deze stijgingen hangen samen met de gestegen kosten van afvalverwerking en het onderhoud en beheer van de riolering. Ook parkeergelden brengen dit jaar meer geld in het laatje. Daarnaast zorgt het herstel van het toerisme na de coronacrisis waarschijnlijk voor een toename van inkomsten uit de toeristenbelasting.

Niet alle heffingen leveren in 2023 naar verwachting meer op, concluderen de onderzoekers. Zo schaffen steeds meer gemeenten de hondenbelasting af. Ook dalen de opbrengsten uit zogeheten secretarieleges. Dit zijn kosten die burgers moeten betalen voor een reisdocument. Paspoorten, ID-kaarten en rijbewijzen zijn sinds 2014 tien jaar geldig in plaats van vijf jaar, waardoor gemeenten hier minder vaak inkomsten uit halen.