Het gerechtshof in Amsterdam behandelt maandagochtend het hoger beroep in de zaak over het 'Krim-goud', de objecten die ruim vijf jaar geleden deel uitmaakten van de tentoonstelling De Krim - Goud en Geheimen van de Zwarte Zee van het Allard Pierson in de hoofdstad. Het is nog steeds niet duidelijk waar de voorwerpen heen moeten: naar de musea waarvan ze zijn geleend of naar het land Oekraïne.
Terwijl het Allard Pierson het goud trots aan zijn bezoekers liet zien, kwam het tot dan toe Oekraïense schiereiland de Krim onder Russisch gezag. Daarop stond het Allard Pierson voor een dilemma: moest het goud nu terug naar de musea op de Krim waarvan het was geleend en dus min of meer naar Rusland (ook al is het Russische gezag over de Krim internationaal omstreden)? Of moest het naar Kiev, de hoofdstad van Oekraïne, het land dat het goud in 2014 eigenlijk in bruikleen gaf?
In december 2016 oordeelde de rechtbank in Amsterdam dat het Allard Pierson de betwiste voorwerpen moest afgeven aan de staat Oekraïne. De musea op de Krim tekenden beroep aan tegen deze uitspraak.