Gevolgen grensoverschrijdend gedrag NPO werken bij een derde door

01 feb , 15:38 Landelijk
gevolgen grensoverschrijdend gedrag npo werken bij een derde door
ANP
De mentale en ook fysieke gevolgen van het grensoverschrijdende gedrag dat heeft plaatsgevonden bij de NPO, werken in bijna een derde van de gevallen na lange tijd nog door. Dat concludeert de Commissie-Van Rijn, die het gedrag onderzocht en de uitkomsten ervan donderdag in een rapport presenteerde.
Uit eerder wetenschappelijk onderzoek dat de commissie aanhaalt in het rapport, blijkt dat grensoverschrijdend gedrag schadelijke effecten heeft op personen die ermee te maken hebben. Ook collega's die getuige zijn hebben naderhand last. "Dat werkt door in de werkcultuur wat weer van invloed is op de organisatie als geheel", schrijft de commissie.
De commissie sprak met 190 medewerkers over de klachten. De vaakst genoemde gevolgen van grensoverschrijdend gedrag van medewerkers die er direct mee te maken hadden gaan over mentale klachten. Ruim de helft daarvan slaat op stress, klachten die horen bij angst en daarbij horende lichamelijke klachten. Vaak is sprake van een combinatie van mentale problemen, zoals depressie, een verminderd zelfvertrouwen en angst. Een deel ervaart zwaardere klachten, zoals klinische depressies en PTSS. Enkele medewerkers gaven aan te kampen met gedachten over zelfmoord. Ondervraagden geven ook aan boosheid, schaamte, verdriet en eenzaamheid te ervaren.
Bijna 70 procent van de ondervraagden noemt ook fysieke klachten als gevolg, met burn-out en overspannenheid als vaakst genoemd. Ook slaapproblemen, hoofdpijn en migraine, hartkloppingen, misselijkheid en paniekaanvallen werden gemeld. Medewerkers hebben aangegeven middelen te hebben gebruikt om hiermee om te gaan, zoals alcohol, cocaïne en benzodiazepines, de medicijnengroep die kalmerings- en slaapmiddelen bevat.
Collega's die grensoverschrijdend gedrag van de zijlijn ervaren, kunnen een ander beeld krijgen welk gedrag gewenst is binnen de organisatie en waar de organisatie voor staat, stelt het rapport. Angst en onzekerheid kunnen dan volgen: zijn zij de volgende die aan de beurt komt? Ondervraagden vertelden bijvoorbeeld: "Je wist nooit of iemands kop eraf ging die dag en wie diegene zou zijn". Dit alles leidt uiteindelijk tot verzuim en "zelfs verloop op organisatieniveau", aldus het rapport. Wangedrag kan "afbreuk doen aan de journalistieke kwaliteit en creativiteit", schetst de commissie.