Ook mensen van 60 tot en met 69 jaar moeten een tweede booster tegen corona kunnen halen. Dat adviseert de Gezondheidsraad aan zorgminister Ernst Kuipers. Mensen die ouder dan 69 óf kwetsbaar zijn kwamen daar al sinds eind februari voor in aanmerking. Voor gezonde volwassenen beneden de 60 vindt de raad een extra booster vooralsnog niet nodig.
Ook is het volgens de raad niet noodzakelijk om de komende tijd de immuniteit van de gehele bevolking continu op peil te houden door middel van periodieke boosterprikken. Wel moeten er plannen worden gemaakt om specifieke groepen snel te prikken als dat noodzakelijk blijkt.
De bescherming van een coronaprik tegen ernstige ziekte en dood neemt na verloop van tijd af. De Gezondheidsraad gaf het advies voor de extra booster al eerder voor 70-plussers en de meest kwetsbare groepen omdat zij meer risico 's lopen bij besmetting. Daarbij kwam bovendien dat het aantal besmettingen waarschijnlijk nog hoog zou zijn op het moment dat de bescherming van de eerste booster bij hen zou verminderen.
Doordat het hoge aantal besmettingen door de omikronvariant langer aanhoudt dan verwacht, speelt dit nu ook voor de mensen van 60 tot en met 69 jaar. "Bij hen zal de bescherming door de booster zijn afgenomen op het moment dat het aantal besmettingen waarschijnlijk nog hoog is", vreest de raad.
Het orgaan acht het ook raadzaam om een speciale werkwijze op te stellen waarbij specifieke doelgroepen snel geprikt kunnen worden als de situatie daar aanleiding toe geeft, "bijvoorbeeld bij een forse toename van het aantal besmettingen of bij de opkomst van een virusvariant die ziekmakender is dan de huidige omikronvariant". De raad doet daar ook voorstellen voor in een zogenoemd toepassingskader.